Gedaan met laden. U bevindt zich op: Het pensioen van het onderwijspersoneel

Het pensioen van het onderwijspersoneel

De datum waarop u met pensioen kunt gaan, wordt berekend op basis van uw professionele loopbaan, zowel binnen als buiten het onderwijs.

Vastbenoemd of tijdelijk?

Lerares leest document op haar bureau vooraan de klas.
© Joris Casaer

Voor de berekening van het pensioen van onderwijspersoneel wordt een onderscheid gemaakt tussen vastbenoemde en tijdelijke leerkrachten.

Vastbenoemd

(Geheel of gedeeltelijk) vastbenoemde leraren krijgen een ambtenarenpensioen. U krijgt dat pensioen niet enkel voor de opdracht waarvoor u vastbenoemd was, maar voor uw hele loopbaan als leerkracht, dus ook voor de periode dat u als tijdelijk leerkracht werkte.

Het overheidspensioen wordt beheerd door de Federale Pensioendienst (FPD - fusie van de Rijksdienst voor Pensioenen en de Pensioendienst voor de Overheidssector). Die betaalt uw pensioen uit.

U vraagt uw pensioen rechtstreeks aan bij de FPD. Verwittig wel tijdig uw schoolbestuur dat u een pensioenaanvraag indient.

U dient uw pensioenaanvraag best in tussen 6 maanden en 1 jaar vóór de ingangsdatum. U vult het formulier pensioenaanvraag(opent in nieuw venster) in en stuurt het ondertekend op per post naar het adres dat vermeld staat op het formulier. U kunt uw pensioen ook online aanvragen via www.pensioenaanvraag.be(opent in nieuw venster) of via My Pension(opent in nieuw venster).

Voor een loopbaanoverzicht kunt u terecht bij uw werkstation.

Voor al uw vragen over uw overheidspensioen kunt u contact opnemen met de pensioenlijn op het nummer 1765.

Tijdelijk

Wie als tijdelijk leerkracht met pensioen vertrekt, krijgt geen overheidspensioen. U valt dan onder het werknemersstelsel. U kunt dit pensioen aanvragen via de gemeente, online of bij de Federale Pensioendienst zelf. Meer informatie over de pensioenaanvraag(opent in nieuw venster) vindt u op de website van de Federale Pensioendienst.

Vervroegde uitstap

Overlevingspensioen

De langstlevende echtgenoot, de uit de echt gescheiden echtgenoot of de kinderen van een overleden (actief of gepensioneerd) personeelslid uit het onderwijs, kunnen aanspraak maken op een overlevingspensioen.

  • Was het personeelslid (geheel of gedeeltelijk) vastbenoemd, dan moet u een aanvraag voor een overheidspensioen indienen bij de Federale Pensioendienst.
  • Nabestaanden van een volledig tijdelijk personeelslid, moeten een aanvraag voor een werknemerspensioen indienen bij de Federale Pensioendienst.

Pensioen berekenen

Wilt u graag vooraf weten hoeveel pensioen u gaat krijgen, dan kunt u vanaf 57 jaar een simulatie van uw toekomstig pensioen aanvragen(opent in nieuw venster) aan de Federale Pensioendienst.

Op het gratis telefoonnummer 1765 ('De Pensioenlijn') kunt u terecht met al uw vragen over het wettelijke pensioen, ongeacht het stelsel waarin u hebt gewerkt (werknemer, zelfstandige of ambtenaar). Via 1765 wordt u in contact gebracht met de juiste pensioeninstelling.