Gedaan met laden. U bevindt zich op: Het UNESCO-Verdrag ter bescherming van cultureel erfgoed onder water. Gezamenlijk advies SARiV, SARC en SARO

Het UNESCO-Verdrag ter bescherming van cultureel erfgoed onder water. Gezamenlijk advies SARiV, SARC en SARO

De Strategische Adviesraad Internationaal Vlaanderen (SARiV), de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC) en de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend Erfgoed (SARO) formuleren gezamenlijk hun advies over de instemming met het UNESCO-Verdrag ter bescherming van cultureel erfgoed onder water. De raden sporen aan tot overleg met de federale overheid om de bepalingen uit het Verdrag ten uitvoer te leggen. Voor Vlaanderen vestigen de raden de aandacht op de noodzakelijke afstemming tussen roerend en onroerend erfgoed. De raden sporen eveneens aan om in het nieuwe decreet over onroerend erfgoed de basisprincipes van onderhavig verdrag op te nemen. De raden signaleren ten slotte dat er mogelijks kansen liggen voor Vlaanderen om het maritiem erfgoed te gebruiken om buitenlandse toeristen een actieve vakantiebeleving te bieden. Ze wijzen wel op de problematiek van de bevoegdheidsverdeling tussen de Vlaamse en de federale overheid inzake de territoriale zee.
Publicatiedatum
Februari 2010
Publicatietype
Beleidsadvies
Thema's
Cultureel erfgoed , Buitenlands beleid
Auteur(s)
Strategische Adviesraad internationaal Vlaanderen, de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media en de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening
Reeks
SARiV Advies 2010/1
Opmerking

De Strategische Adviesraad internationaal Vlaanderen (SARiV) vormde in de periode 2008-2014 een onafhankelijk adviesorgaan van de Vlaamse Regering. De strategische adviesraden werden per beleidsdomein opgericht in het kader van de herstructurering Beter Bestuurlijk Beleid (kaderdecreet van 18 juli 2003). Het oprichtingsdecreet van 16 mei 2007 maakte de SARiV operationeel. De Raad adviseerde de Vlaamse Regering bij de totstandkoming van haar buitenlands beleid, haar beleid inzake internationaal ondernemen, toerisme en internationale samenwerking. Hij droeg op die wijze bij tot het vormen van de beleidsvisie en de interpretatie van maatschappelijke ontwikkelingen. Hij werkte beleidsgericht zowel reactief (adviezen op vraag van de regering), als proactief en anticiperend (via eigen activiteiten en initiatiefadviezen). In de SARiV zetelden tien leden onafhankelijke leden en tien leden die werden voorgedragen door organisaties uit het maatschappelijk middenveld, telkens voor een mandaatsperiode van vier jaar.