Plattelandsontwikkeling

 Op deze pagina:

Zie ook:

Plattelandsontwikkeling in Vlaanderen

Plattelandsontwikkeling na 2020

De voorbereidingen van het toekomstige plattelandsontwikkelingsbeleid zijn ook in Vlaanderen van start gegaan. In november 2017 brainstormden de betrokken administraties over de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen van de Vlaamse landbouw, het daaraan gelinkte milieu en het platteland. In februari 2018 organiseerde het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, in samenwerking met het Vlaams Ruraal Netwerk, een publieke bevraging waarin elke burger en organisatie mee de noden en behoeftes van de Vlaamse landbouw, milieu en platteland in kaart kon brengen.

Het nieuwe beleid wordt nog volop voorbereid en ondertussen loopt er, in afwachting, een overgangsperiode die het huidige beleid grotendeels verderzet. Vanaf 1 januari 2023 zal dan het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) in werking treden.

Meer informatie over het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en het verloop van het besluitvormings- en voorbereidingsproces kan u op GLB 2023-2027 terugvinden. Meer informatie over de overgangsmaatregelen vindt u bij Pre-ecoregelingen.

PDPO III

Op 13 februari 2015 heeft de Europese Commissie het derde Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling 2014-2020 (PDPO III) goedgekeurd.

Het PDPO III-programma zet in op vier strategische thema’s:

  • jonge landbouwers en de toekomst van de Vlaamse landbouwsector;
  • innovatie en opleiding ;
  • het verhogen van de weerbaarheid en verduurzaming van de landbouwsector, zowel economisch als ecologisch ;
  • het versterken van de vitaliteit van het platteland door een kwalitatieve inbedding van de sterk evoluerende Vlaamse landbouwsector.

Het PDPO III-programma is opgebouwd rond de zes Europese prioriteiten voor plattelandsontwikkeling.

  • prioriteit 1: Bevordering van de kennisoverdracht en innovatie in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden
  • prioriteit 2: Versterking van het concurrentievermogen van alle landbouwtypen en verbetering van de rendabiliteit van de landbouwbedrijven
  • prioriteit 3: Bevordering van de organisatie van de voedselketen en van het risicobe­heer in de landbouw
  • prioriteit 4: Herstel, instandhouding en verbetering van ecosystemen die aangewezen zijn op de landbouw en de bosbouw
  • prioriteit 5: Bevordering van het efficiënte gebruik van hulpbronnen en steun voor de omslag naar een koolstofarme en klimaatbestendige economie in de landbouw-, de voedsel-, en de bosbouwsector
  • prioriteit 6: Bevordering van sociale inclusie, armoedebestrijding en economische ont­wikkeling in plattelandsgebieden

Daarnaast zijn er nog de drie horizontale doelstellingen innovatie, milieu, en klimaatadaptatie en –mitigatie.

Voor de periode 2014-2020 leggen Europa en Vlaanderen elk 287.758.881 euro op tafel. Daarbij komt nog 96.007.000 euro die vanaf 2016 van Pijler 1 van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt overgeheveld naar PDPO III.

Meer lezen: Publicaties (Brochure PDPO III, Maatregelen, Financieringsplan, Indicatorenplan)

PDPO II

Het tweede Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling (PDPO II) liep van 2007 tot 2013. Het programma steunt op de 4 assen die in het Europese kader zijn gedefinieerd:

  • As 1: verbetering van het concurrentievermogen van de land- en bosbouwsector;
  • As 2: verbetering van het milieu en het platteland;
  • As 3: de leefkwaliteit op het platteland en de diversificatie van de plattelandseconomie;
  • As 4: Leader.

Meer lezen:

PDPO I

Het eerste Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling (PDPO I) liep van 2000 tot 2006.

Meer weten:

Europees Plattelandsbeleid

Plattelandsontwikkeling is de tweede pijler van het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB). De Europese wetgeving creëert een menukaart aan maatregelen, waarbinnen elke lidstaat of regio geschikte maatregelen kan uitkiezen en invullen op zijn maat.

Voor de uitvoering van het plattelandsbeleid voorziet Europa voor elke lidstaat een financiële bijdrage uit het Europese Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO).

Het Europese plattelandsbeleid vindt zijn basis in de Europese wetgeving.

Na 2020

Eind november 2017 stelde Phil Hogan, de Europese commissaris van landbouw, de krijtlijnen van het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) voor de periode na 2020 voor. Volgens de plannen krijgen de lidstaten de verantwoordelijkheid om zelf een strategisch plan uit te stippelen voor het bereiken van hun doelstellingen, dat vervolgens door de Europese Commissie moet worden goedgekeurd. De lidstaten zouden meer vrijheid krijgen bij de implementatie van het landbouwbeleid.

De tekst en bijhorende documenten zijn beschikbaar via de Europese Commissie.

2014 - 2020 (PDPO III)

Voor de periode 2014-2020 worden alle Europese Structuur- en Investeringsfondsen gestroomlijnd via het Europese Gemeenschappelijk Strategisch Kader (GSK). Daarnaast zijn er specifieke verordeningen voor Pijler 2 van het GLB en voor het ELFPO, met elk hun gedelegeerde en uitvoeringsverordeningen.

  • GSK-verordening (EU) nr. 1303/2013
  • Horizontale verordening EU) nr. 1306/2013
  • Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling Plattelandsverordening (EU) nr. 1305/2013

2007 - 2013 (PDPO II)

Voor PDPO II bevatten volgende verordeningen de belangrijkste bepalingen:

  • Raadsverordening (EG) nr. 1698/2005 (de “plattelandsverordening”)
  • Uitvoeringsverordening (EG) nr. 1974/2006

Meer weten

Structuur PDPO III

De structuur voor opvolging en beheer van PDPO III is als volgt opgebouwd:

Toezichtcomité

Het Toezichtcomité van PDPO III, voorgezeten door (een vertegenwoordiger van) de Minister voor Land­bouw, verzekert de doeltreffende uitvoering van het PDPO. In het Toezichtcomité worden de verschil­lende Vlaamse ministers vertegenwoordigd en zetelen de relevante stakeholders en de betrokken Vlaamse administraties.

Uitvoeringscomité

Om het programma op doeltreffende, doelmatige en correcte wijze te beheren en uit te voeren, komt het uitvoeringscomité PDPO III op regelmatige tijdstippen samen. Hierin zetelen alle diensten die betrokken zijn bij de uitvoering van PDPO III, zijnde: de beheerautoriteit (CCEP), het betaalorgaan, alle beheersdiensten, de personen belast met monitoring en evaluatie, het Vlaams Ruraal Netwerk, de interne audit.

Tijdens het Uitvoeringscomité wordt de inhoudelijke en financiële voortgang van de PDPO III-maatre­gelen besproken. Er wordt verslag uitgebracht van andere vergaderingen en het politieke EU-besluit­vormingsproces wordt opgevolgd. Monitoring en evaluatie is een vast agendapunt. Het Vlaams Ruraal Netwerk geeft ook telkens een overzicht van de afgelopen en toekomstige activiteiten.

Coördinerende Cel Europees Plattelandsbeleid (CCEP)

De CCEP treedt op als beheerautoriteit voor het PDPO. De cel is ondergebracht binnen het Agentschap Landbouw en Zeevisserij en is onder andere verantwoordelijk voor de opmaak van het programma, de dagelijkse opvolging en het centrale beheer van het programma, het secretariaat van het Toezichtcomité en het Uitvoeringscomité, het promoten van het PDPO in samenwerking met het Vlaams Ruraal Netwerk, rapportering in het kader van monitoring en evaluatie.

Vlaams Ruraal Netwerk

Het Vlaams Ruraal Netwerk is gehuisvest bij het Agentschap Landbouw en Zeevisserij en staat in voor de communicatie, informatie-uitwisseling en het opbouwen van een netwerk rond PDPO III. Het Vlaams Ruraal Netwerk onderhoudt ook de contacten met de rurale netwerken uit de andere Europese lidstaten, het Europese netwerk en het Vlaams EIP-netwerk. Alle informatie is te vinden via het Vlaams Ruraal Netwerk

Vlaams Betaalorgaan

Het Vlaams Betaalorgaan is de erkende instantie die instaat voor de betalingen die Vlaanderen verricht in het kader van het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en hiervoor de nodige garanties biedt inzake controles, registraties, verstrekking en bewaring van gegevens.

Interne Audit

De interne auditdienst van het Vlaams Betaalorgaan verifieert de maatregelen van het landbouw- en plat­telandsbeleid op regelmatige basis en coördineert de jaarlijkse externe certificering van het Betaalorgaan.

Certificerende instantie

De certificerende instantie certificeert de door het Betaalorgaan opgezette beheers-, toezicht- en controlesystemen en de jaarrekening van het Betaalorgaan. Ze is operationeel onafhankelijk. De certi­ficerende instantie wordt aangesteld door middel van een overheidsopdracht en dit voor een periode van meer­dere jaren. De certificeerder voert jaarlijks auditwerkzaamheden uit. De resultaten daarvan worden opgenomen in tussentijdse en eindrapporten. De certificerende instantie controleert ook de informatiebeveiliging binnen het Vlaams betaalorgaan.

Beheersdiensten

De beheersdiensten zijn de instanties die de individuele maatregelen beheren en/of uitvoeren. Ook staan ze in voor monitoring van hun respectieve maatregelen. Ze vallen onder verschillende beleids­domeinen (Landbouw en Visserij, en Omgeving) en hebben op regelmatige basis overleg (onder andere in het Uitvoeringscomité).

Interessante websites

Vlaamse leeuw met Europese slagzin   Europese vlag

Foto mooi landbouwlandschap

Contact Plattelandsontwikkeling

Delen: