Gedaan met laden. U bevindt zich op: Eerste oldtimerkeuring

Eerste oldtimerkeuring

Een voertuig is een oldtimer als:

  • het meer dan 30 jaar in het verkeer gesteld is (inverkeerstelling is niet hetzelfde als de ouderdom van een voertuig)
  • en bij de Dienst Inschrijvingen Voertuigen (DIV) ingeschreven is onder 'O-plaat' (oldtimerplaat).

Voorwaarden

Wie een oldtimer wil inschrijven, moet eerst naar een keuringscentrum voor een geldig keuringsbewijs. Behalve categorie L (motor- en bromfietsen met 2, 3 of 4 wielen) moeten alle oldtimers naar de eerste oldtimerkeuring. Oldtimervoertuigen categorie L moeten voor inschrijving onderworpen worden aan de motorfietskeuring.

Wat wordt er gecontroleerd?

  • Voor alle categorieën
    De controle omvat minstens:
    • overlastfactoren (geluidshinder, uitlaatemissies, vloeistoflekken, …)
    • diverse uitrustingen
    • chassis en delen die met het chassis verbonden zijn
    • assen, wielen, banden en ophanging
    • verlichtingsinstallatie en onderdelen van elektrische installaties
    • zicht (gezichtsveld, spiegels, ruiten, ...)
    • stuurinrichting
    • remuitrusting
    • identificatie van het voertuig.
  • Voor de categorie M2 (passagiersvoertuigen voor meer dan 8 personen excl. bestuurder, max. toegelaten massa kleiner of gelijk aan 5 ton) en categorie M3 (meer dan 8 personen excl. bestuurder, max. toegelaten massa groter dan 5 ton) zijn er aanvullende controles voor deuren en zitplaatsen.
  • Sommige controles zijn afhankelijk van de datum van eerste inschrijving van het voertuig. Bijvoorbeeld:
    • voertuigen die bij de DIV ingeschreven zijn vóór 15-6-1968: geen opaciteitstest (roettest); geen viergastest (CO, ...).
    • voertuigen die bij de DIV ingeschreven zijn vóór 1-1-1929: geen remtest

Nadien moet u met uw voertuig naar de periodieke oldtimerkeuring.

Procedure

  • Verzamel de juiste documenten. Op de oproepingskaart staat vermeld welke documenten u moet meebrengen:
    • het originele Belgisch of buitenlands inschrijvingsbewijs (of een attest van verlies verkregen via de politie)
    • het originele gelijkvormigheidsattest van het voertuig
    • technische gegevens van het voertuig
    • in geval van verbouwing: elk ander document dat nuttig is ter ondersteuning of een beter begrip van de verbouwing (zie hieronder).
  • Ga naar een keuringscentrum naar keuze(opent in nieuw venster).
  • Is de oldtimer verbouwd?
    Verbouwingen aan de oldtimer die de verkeersveiligheid van het voertuig in het gedrang brengen, zijn niet toegestaan. Bij twijfel kan het keuringscentrum een dossier indienen bij de Vlaamse overheid om de verbouwing te beoordelen.
  • Als u na de keuring een groen keuringsbewijs krijgt (zonder herkeuring), dan krijgt u een roze formulier (= een aanvraag tot inschrijving) waarop in vak X10 “enkel oldtimer” staat.

Lees meer over de verschillende codes bij een groen of een rood keuringsbewijs.

Uw voertuig in een ander gewest laten keuren?

Het is wettelijk toegestaan om uw voertuig in een ander gewest te laten keuren. In dat geval moet u wel rekening houden met de volgende voorwaarden:

  • Het voertuig wordt steeds gekeurd volgens de regelgeving die van toepassing is in het gewest waar de keuringsinstelling gevestigd is.
  • U hebt geen recht op een vrijstelling van de keuringsplicht die in het andere gewest geldt.
  • Het keuringsbewijs dat u in een ander gewest gekregen hebt, wordt enkel aanvaard als de normale geldigheidsduur (periodiciteit) van het keuringsbewijs niet werd overschreden.
    • Bijvoorbeeld: een Vlaamse oldtimer die ouder is dan 50 jaar kan geldig gekeurd worden in het Waals Gewest op voorwaarde dat het keuringsbewijs niet ouder is dan 5 jaar.

Uitzonderingen

Voertuigen van de categorie L (motor- en bromfietsen met 2, 3 of 4 wielen) moeten niet naar de oldtimerkeuring. Zij moeten worden onderworpen aan de keuring voor motorfietsen.

Regelgeving

Artikel 6, §1, XII, 4° van de Bijzondere Wet tot hervorming der instellingen voorziet in de mogelijkheid om een voertuig te laten controleren in een centrum voor technische keuring dat in een ander gewest gelegen is, maar niet in de mogelijkheid om gebruik te maken van een vrijstelling van de keuringsplicht die in een ander gewest geldt. De keuring van het voertuig dient steeds conform te zijn met de wetgeving die van toepassing is op de plaats waar het voertuig ingeschreven staat. Keuringsbewijzen, uitgereikt door een keuringsstation dat gelegen is in een ander gewest, worden aanvaard op voorwaarde dat de periodiciteit (normale geldigheidsduur van het keuringsbewijs) die op het voertuig van toepassing is, niet werd overschreden.