Gedaan met laden. U bevindt zich op: Individueel maatwerk voor zelfstandigen

Individueel maatwerk voor zelfstandigen

Bent u zelfstandige in hoofd- of bijberoep en hebt u een erkende blijvende of tijdelijke arbeidsbeperking? Dan komt u mogelijk in aanmerking voor individueel maatwerk. Individueel maatwerk is een financiële ondersteuning ter compensatie van bijkomende kosten of van uw lagere productiviteit. 

Werd uw arbeidsbeperking al erkend toen u nog werknemer was en is de erkenning nog geldig? Dan hoeft u geen nieuwe erkenning aan te vragen. U moet wel opnieuw individueel maatwerk aanvragen omdat u als zelfstandige uw eigen werkgever bent geworden.

Wilt u als zelfstandige een premie aanvragen voor een werknemer met een arbeidsbeperking? Lees dan de pagina ‘Individueel maatwerk voor werkgevers’.

Hebt u als zelfstandige momenteel al een VOP? Bekijk de overgangsmaatregelen.

Voorwaarden

Om in aanmerking te komen voor individueel maatwerk als zelfstandige, moet u:

  • een door VDAB erkende arbeidsbeperking hebben
  • na 1 oktober 2008 zelfstandige geworden zijn in hoofd- of bijberoep of een erkende arbeidsbeperking gekregen hebben na die datum
  • Een jaarlijks belastbaar inkomen bewijzen als zelfstandige dat minstens het jaarinkomen van de minimumbijdrage sociale bijdrage zelfstandige in hoofdberoep(opent in nieuw venster) overschrijdt. Dit kunt u bewijzen via:
    • een bewijs van betaling van de sociale bijdragen als zelfstandige van uw socialeverzekeringsfonds voor de afgelopen 4 kwartalen (waarvoor u al een betaling deed) opgesteld in detailopgave per kwartaal afzonderlijk
    • of via uw laatste aanslagbiljet van de belastingen waarbij rekening gehouden wordt met volgende rubrieken:
      • de rubrieken “gezamenlijk belastbaar beroepsinkomen” of “belastbaar beroepsinkomen”
      • de deelrubrieken:
        • “bezoldigingen van bedrijfsleiders”
        • “winsten van nijverheids-, handel-, of landbouwbedrijven”
        • “baten van vrije beroepen, ambten, posten en andere bezigheden”

In de volgende tabel vindt u wat de voorbije jaren onder voldoende bedrijfsactiviteiten wordt begrepen.

Jaar

Grensbedrag zelfstandige in hoofdberoep

Sociale bijdragen per kwartaal

2021

4.680,86 euro/jaar

niet meer van toepassing

2022

14.658,44 euro/jaar

751,25 euro/kwartaal

2023

16.409,20 euro/jaar

840,97 euro/kwartaal

2024

16.861,46 euro/jaar

864,15 euro/kwartaal

Het jaarlijks minimum belastbaar inkomen wordt aangepast als u niet het volledige jaar zelfstandige activiteiten uitvoerde of als er periodes van ziekte waren. Stel u moet omwille van ziekte uw zelfstandige activiteiten stopzetten gedurende 3 maanden, dan zal u 3/12 van de voldoende bedrijfsactiviteiten moeten aantonen. Verwittig het Departement Werk en Sociale Economie tijdig via individueelmaatwerk@vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie) wanneer u uw zelfstandige activiteiten moet onderbreken of stopzetten om te vermijden dat eerder uitbetaalde premies teruggevorderd worden.

​​Bent u minder dan een jaar zelfstandige en heeft u onvoldoende sociale bijdrage betaald? Dan kan u bij VLAIO een attest op leefbaarheid aanvragen. Dat attest kan dan aantonen dat uw verwachte inkomen hoog genoeg ligt.

Attest op leefbaarheid aanvragen

Bedrag

Het bedrag van de premie wordt bepaald op basis van het gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen (GGMMI)(opent in nieuw venster). Sinds 1 december 2022 bedraagt dat GGMMI 1.954,99 euro.

Het bedrag van de premie wordt als volgt berekend:

Vastgestelde behoefte1ste tot en met
5de kwartaal
6de tot en met
8ste kwartaal
9de tot en met
20ste kwartaal
2 jaar behoefte
met ondersteuningspremie
20% van (GGMMI maal 3)
per kwartaal
20% van (GGMMI maal 3)
per kwartaal
Niet van toepassing
Vastgestelde behoefte1ste tot en met
5de kwartaal
6de tot en met
8ste kwartaal
9de tot en met
20ste kwartaal
5 jaar behoefte
met ondersteuningspremie
40% van (GGMMI maal 3)
per kwartaal
30% van (GGMMI maal 3)
per kwartaal
20% van (GGMMI maal 3)
per kwartaal
5 jaar behoefte
met hoge ondersteuningspremie
55% van (GGMMI maal 3)
per kwartaal
50% van (GGMMI maal 3)
per kwartaal
40% van (GGMMI maal 3)
per kwartaal

Duurtijd

Hoelang u een beroep kunt doen op individueel maatwerk, hangt af van uw arbeidsbeperking en behoefte aan ondersteuning:

  • bij een langdurige, blijvende problematiek is de ondersteuning van individueel maatwerk 5 jaar geldig en daarna verlengbaar
  • bij een problematiek die waarschijnlijk nog evolueert is de ondersteuning geldig voor maximaal 2 jaar en niet meer verlengbaar.

De termijn gaat in vanaf het kwartaal van de beslissing door het Departement Werk en Sociale Economie.

Waarvoor de premie gebruiken?

Met de ondersteuningspremie kunt u eventuele bijkomende kosten, aanpassingen aan de werkomgeving of rendementsverlies als gevolg van uw arbeidsbeperking compenseren. De experts van de dienst Tewerkstellingsondersteunende maatregelen(opent in nieuw venster) van VDAB geven u tips en advies. In deze online flyer(PDF bestand opent in nieuw venster) vindt u goede praktijken die u kunnen inspireren.

Combinatie met andere inkomsten

U kunt de ondersteuningspremie van individueel maatwerk combineren met de transitiepremie voor startende zelfstandigen. U kunt de ondersteuningspremie van individueel maatwerk niet combineren met de Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP). Ontvangt u al een VOP? Dan kunt u die blijven ontvangen voor de voorziene duurtijd, tot u zelf een aanvraag voor evaluatie via individueel maatwerk indient. U kunt de voorziene duurtijd van de VOP controleren in het WSE-loket(opent in nieuw venster).

Verlenging of verhoging aanvragen

Als zelfstandige kan u via het WSE-loket een evaluatie van de premie individueel maatwerk aanvragen.

Motiveer in uw aanvraag duidelijk de behoefte aan een aanpassing van de ondersteuningspremie. VDAB doet een evaluatie van de behoefte aan werkondersteunende maatregelen(opent in nieuw venster) en houdt daarbij rekening met uw behoefte tijdens het uitoefenen van uw zelfstandige activiteiten. Het Departement Werk en Sociale Economie kan daarna beslissen om de ondersteuningspremie aan te passen.

Jaarlijkse opvolging

Als zelfstandige met een ondersteuningspremie voor individueel maatwerk moet u elk jaar aantonen dat u voldoende inkomen hebt als zelfstandige. Het eerste jaar bent u daarvan vrijgesteld. De ondergrens wordt bepaald door de minimumbijdrage van sociale zekerheid voor een zelfstandige in hoofdberoep.

U kunt uw inkomen bewijzen met:

  • een bewijs van betaling van de voorlopige sociale bijdragen als zelfstandige in het afgelopen jaar
  • uw laatste aanslagbiljet van de belastingen.

Is uw zelfstandige activiteit (tijdelijk) stopgezet door ziekte of een ongeval? Dan wordt de inkomensgrens pro rata berekend voor de periode dat u wel nog aan het werk was. Hetzelfde gebeurt wanneer u uw zelfstandige activiteit gedeeltelijk hervat na ziekte op advies van uw arts.

Kunt u niet voldoende inkomen aantonen voor het afgelopen jaar? Dan krijgt u geen ondersteuningspremie voor het komende jaar. Zodra u opnieuw voldoende inkomen kunt aantonen, wordt de ondersteuningspremie opnieuw betaald.

Belastingaangifte

Natuurlijk persoon

Voor zelfstandigen als natuurlijke persoon wordt de premie aanzien als een belastbaar beroepsinkomsten. Dat bedrag wordt bijgeteld bij de andere beroepsinkomsten en vermeld onder de code 1600/2600 ‘winsten’ (in het vak XVII ‘Winst uit nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen’) of code 1650/2650 ‘baten’ (in het vak XVIII ‘Baten van vrije beroepen, ambten, posten of andere winstgevende bezigheden’), afhankelijk van hun situatie.

Rechtspersoon

Voor zelfstandigen als rechtspersoon valt de premie onder de ondernemersbelasting.

Infographic

Raadpleeg de infographic over individueel maatwerk.

Informatievideo

In deze informatievideo (sept 2022) geeft het Departement WSE een korte toelichting over individueel maatwerk.
Bekijk de video of raadpleeg de presentatie(PDF bestand opent in nieuw venster).