Jeugdverblijfcentra en hostels - oude regels
Wat
De Vlaamse overheid wil via het decreet jeugdverblijfcentra van 6 juli 2012 en het bijhorende besluit een impuls geven aan inspanningen voor een verhoogde capaciteit en diversiteit van het jeugdtoerisme. We verlenen subsidies aan uitbaters van jeugdverblijfcentra en hostels die naast vormende en ontspannende activiteiten vooral aangepaste en veilige verblijfsaccommodatie aanbieden aan kinderen en jongeren.
De Vlaamse overheid verleent via hetzelfde decreet op de jeugdverblijfcentra ook een subsidie aan de vzw Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme (ADJ). Die vereniging heeft de opdracht om drie grote jeugdinfrastructuren van het Departement Cultuur, Jeugd en Media te beheren en te exploiteren:
• Vormingscentrum Destelheide te Dworp
• Vormingscentrum Hanenbos te Dworp
• Jeugdcentrum De Hoge Rielen te Kasterlee
Daarnaast kent de Vlaamse overheid een subsidie toe aan twee verenigingen die als ondersteuningsstructuur fungeren, enerzijds voor de jeugdverblijfcentra, anderzijds voor de hostels. Hun taak is te zorgen voor praktijkontwikkeling en -ondersteuning en de sector te informeren.
Voor wie
Om in aanmerking te komen voor een werkings -en personeelssubsidie binnen het decreet jeugdverblijfcentra moeten hostels en jeugdverblijfcentra bij Toerisme Vlaanderen erkend zijn in het kader van het decreet Toerisme voor Allen.
Dit decreet voorziet een onderverdeling van de jeugdverblijven in twee verschillende categorieën: de jeugdverblijfcentra van type A, B, C enerzijds en de hostels anderzijds, afhankelijk van de voorwaarden waaraan de jeugdverblijven op infrastructureel vlak voldoen.
Op basis van het decreet Toerisme voor Allen kunnen jeugdtoeristische verblijven bij Toerisme Vlaanderen ook een subsidie voor infrastructuurwerken krijgen om te voldoen aan de normen rond kwaliteit, veiligheid en kindvriendelijkheid.
Gesubsidieerde jeugdverblijfcentra
Benieuwd welke centra gesubsidieerd worden? Bekijk de subsidieoverzichtenVoorwaarden
Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet je als jeugdverblijfcentrum of hostel:
- erkend zijn in het kader van het decreet Toerisme voor Allen en beschikken over een minimale erkende overnachtingscapaciteit voor ten minste veertig personen;
- jeugdverblijfcentra moeten jaarlijks minstens 70 procent overnachtingen voor jeugd realiseren, hostels jaarlijks 50 procent overnachtingen jeugd;
- voor jeugdverenigingen een voorrangsboekingsperiode van minstens zes maanden voor elke vakantieperiode voorzien;
- voor jeugdverenigingen een substantieel lagere prijscategorie vastleggen;
- toegankelijk zijn gedurende minstens 50 dagen in de maanden juli en augustus en per jaar tenminste 1.000 overnachtingen voor jeugd realiseren.
Centra van het type C of hostels moeten bovendien:
- minstens 200 dagen per jaar geopend zijn - waarvan 80 vakantiedagen;
- minstens 2.000 overnachtingen voor de jeugd realiseren per jaar, waarvan 1.000 buiten juli en augustus;
- als het om een jeugdverblijfcentrum gaat: jaarlijks minstens 10 jeugdverenigingen ontvangen voor minimum 1 nacht.
Overige algemene criteria:
- Het centrum moet in zijn werking de principes en de regels van de democratie aanvaarden en het Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind onderschrijven en naleven.
- Het centrum moet zijn secretariaat en uitbating hebben in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.
- Alle gegevens die verband houden met de uitbating en de subsidiëringsvoorwaarden, moeten in het Nederlands voorhanden zijn op het secretariaat en ter beschikking zijn voor onderzoek door de administratie.
- Het centrum moet op zelfstandige wijze de financiën beheren en het eigen beleid bepalen, wat inzonderheid moet blijken uit het feit dat ze:
- hun werk zelf bepalen en uitvoeren
- over een eigen post –of bankrekening beschikken
- diensten verlenen in eigen naam
- de bevoegdheden die wettelijk toekomen aan de algemene vergadering of aan de raad van bestuur, niet overdragen aan een derde.
- Het centrum moet de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de uitbaters, de eventuele vereniging met haar leden, medewerkers en deelnemers aan de door haar georganiseerde activiteiten door een verzekering laten dekken.
- Het centrum moet de rechtspersoonlijkheid hebben van een vereniging zonder winstoogmerk of moet een gemeentelijk intern verzelfstandigd agentschap zijn, zoals omschreven in Titel VII, hoofdstuk I van het gemeentedecreet van 15 juli 2005. In het laatste geval moet het beheer van een jeugdverblijfcentrum als taak in het oprichtingsbesluit van het intern verzelfstandigde agentschap opgenomen zijn.
Welke subsidies
Werkingssubsidie
Alle hostels en jeugdverblijfcentra van het type A, B en C die aan de algemene en specifieke subsidiëringsvoorwaarden van het decreet voldoen, kunnen een werkingssubsidie krijgen.
-
Werkingssubsidie voor jeugdverblijfcentra van het type A en B
De werkingssubsidie voor de jeugdverblijfcentra van het type A en B wordt berekend op basis van het aantal gerealiseerde overnachtingen voor jeugd en bedraagt maximaal 2.000 euro voor centra van het type A en 3.000 euro voor centra van het type B.
- Werkingssubsidie voor jeugdverblijfcentra van het type C en hostels
De werkingssubsidie voor jeugdverblijfcentra type C wordt bepaald op basis van het aantal overnachtingen van het jeugdwerk in elk centrum. De werkingssubsidie voor de hostels wordt berekend op basis van 50 procent van het totaal aantal gerealiseerde overnachtingen voor jeugd in elk hostel. De jaarlijkse werkingssubsidie bedraagt maximaal 11.500 euro.
Personeelssubsidie
Hostels en jeugdverblijfcentra van het type C die aan de voorwaarden voldoen en personeel tewerkstellen, kunnen een personeelssubsidie aanvragen. De aanvraag bestaat uit het indienen van een vierjaarlijkse beleidsnota. Uit die nota moet de noodzaak en de maatschappelijke meerwaarde van de inzet van personeel blijken.
Toekenning en uitbetaling
Werkingssubsidies
Werkingssubsidies worden jaarlijks uitbetaald, in het jaar dat volgt op het werkingsjaar waarop de subsidie betrekking heeft. Daartoe moet de beheerder na afloop van het werkingsjaar een werkingsverslag bezorgen aan het departement tegen 1 februari.
Personeelssubsidies
Personeelssubsidies worden toegekend in de vorm van een financieringsenveloppe ter waarde van maximum € 25.000 per voltijds equivalent. Als de volledige loonkost (brutoloon, eindejaarstoelage, vakantiegeld en werkgeversbijdragen) minder is dan € 25.000, wordt die volledig gesubsidieerd.
De personeelssubsidie wordt in vier schijven uitbetaald: 22,5% per kwartaal. De resterende 10% wordt vóór 1 juli van het volgende jaar betaald, na de indiening van een financieel verslag en een overzicht van de loonkosten, jaarlijks vóór 1 april.
Verantwoording
Jaarlijks werkingsverslag
Om zijn jaarlijkse werkingssubsidie te krijgen moet de beheerder na afloop van het werkingsjaar een werkingsverslag bezorgen aan het departement. Dat verslag moet jaarlijks vóór 1 februari worden ingediend.
- Werkingsverslag van een jeugdverblijfcentrum type A en B (.docx)
- Werkingsverslag van een jeugdverblijfcentrum type C (.docx)
- Werkingsverslag van een hostel (.docx)
Jaarlijks financieel verslag
Jeugdverblijfcentra type C en hostels met een personeelssubsidie dienen jaarlijks een financieel verslag en een overzicht van de gesubsidieerde loonkosten te bezorgen aan het departement. Die documenten moeten jaarlijks vóór 1 april worden ingediend. Het departement stelt hiervoor formulieren ter beschikking.
Loonkostenoverzicht en financieel verslag van een jeugdverblijfcentrum type C of hostel (.docx)
Meer info of hulp nodig?
Inhoudelijke vragen | Vragen over een lopend dossier in KIOSK | Technische vragen over KIOSK
Gebruik het contactformulierRaadpleeg ook het document met veelgestelde vragen.