Overslaan en naar de inhoud gaan
Nieuwsbericht

Naoorlogse kunst opgenomen in Topstukkenlijst

In de Topstukkenlijst werd onlangs een groot aantal kunstwerken uit de naoorlogse periode opgenomen. Ze zijn afkomstig uit zowel publieke als private collecties.

“Op vraag van de Topstukkenraad kozen het KMSKA, het Middelheimmuseum, het S.M.A.K., het Groeningemuseum, Mu.ZEE en het Roger Raveelmuseum uit hun collecties kunstwerken die gemaakt zijn tussen 1945 en 1968", vertelt Vlaams minister van Cultuur. Die selectie werd door de commissie 1945-1968 doorgelicht en aangevuld met enkele belangrijke naoorlogse kunstwerken bewaard in private collecties. De geselecteerde werken zijn zeldzaam en onmisbaar voor de Vlaamse Gemeenschap. 

Een greep uit de bijna 80 toegevoegde kunstwerken 

V.l.n.r.

(1) l'Escalier - Gaston Betrand - Collectie S.M.A.K. Gent

(2) Manolete - Luc Peire - Collectie Groeningemuseum

(3) De laatste dag - Pierre Alechinsky - Collectie KMSKA

(4) Aankleedpoppen - Jef Geys - Collectie Mu.ZEE

(5) Figure Sitting - Francis Bacon - Collectie S.M.A.K Gent

(6) Méta mécanique – Horizontal II - Jean Tinguely - Collectie S.M.A.K Gent

 

"L'Escalier" (1), bewaard in het S.M.A.K., is een vroeg werk van kunstenaar Gaston Bertrand. Hij schilderde het werk kort na Wereldoorlog II en stelt centraal een trapconstructie voor. Deze constructie is het uitgangspunt om een ruimte te creëren die aan het surrealistische grenst. Maar hoe helder en bijna constructivistisch deze denkbeeldige ruimte door Bertrand ook werd geschilderd, toch behoudt ze haar werkelijkheidskarakter. De link met de realiteit in het naoorlogse België bleef lang behouden en de stap naar abstractie werd pas aarzelend gezet na 1948. Dat maakt van l'Escalier een exemplarisch werk voor de evolutie van de abstracte Belgische schilderkunst.  
 

Vanaf het midden van de jaren vijftig zijn rechte en golvende verticale lijnen en cirkels nog moeilijk als menselijke figuren in het werk van Luc Peire te herkennen. In het schilderij “Manolete” (2) van 1957 uit het Groeningemuseum maakt de kunstenaar de geleidelijke overgang van figuratie naar abstractie. De delicaat weergegeven figuur in de derde verticale strook aan de linkerkant vertoont een gestileerd menselijk gestalte. Na dit schilderij blijven bij Luc Peire enkel nog lijnen en vlakken over.
 

In het KMSKA springt het reusachtige schilderij “De laatste dag” (3) van Pierre Alechinsky uit 1964 direct in het oog. De kunstenaar vormde in dit werk zijn beeldtaal om tot een heel Amerikaanse all-over composition zonder centrum.  
 

Aan de leuze “kunst is er voor iedereen en gaat over iedereen” bleef Jef Geys altijd trouw. Toen België in 1966 een popartstorm onderging, haalde Jef Geys een figuurzaag en lakverf boven. De van overzee overgewaaide aandacht voor dagelijkse dingen in tijden van schijnbaar ongelimiteerd voortschrijdende welvaart inspireerden hem. In zijn werk “Aankleedpoppen” (4) vatte hij samen hoe hij de consumptiedrang en het warenfetisjisme van dat moment ervaarde. Dit kunstwerk uit de collectie van Mu.ZEE dateert van 1966 en is een representatief en uitzonderlijk werk voor deze kunstenaar en bij uitbreiding, voor deze periode in Vlaanderen. 

Aandacht voor internationale kunst

Francis Bacon is een van de belangrijkste naoorlogse kunstenaars die exclusief de schilderkunst beoefenden. Zijn composities worden gekenmerkt door een donkere interpretatie van de condition humaine.

Zijn werk “Figure Sitting” (5) uit 1955 is gebaseerd op het beroemde portret van Paus Innocentius X van de Spaanse barokschilder Diego Velázquez. Het is echter geen portret van een paus, maar een voorstelling van een algemeen psychisch lijden, op een rauwe, directe manier, zelfs op het dierlijke af. Naast de verwijzing naar Velázquez, refereert het gelaat naar een still uit Sergei Eisenstein’s film “Pantserkruiser Potjomkin” uit 1925. Met zijn schilderkunst verwijst Bacon dus niet alleen naar de kunstgeschiedenis maar ook naar modernere media. “Figure Sitting” is voor onze regio een uniek werk van hoogstaande kwaliteit en complementair met zijn “De paus met de uilen” uit 1958 in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België in Brussel. 

Ook op vlak van naoorlogse beeldhouwkunst werd de Topstukkenlijst een pak uitgebreid met werken uit het Middelheimmuseum. De geselecteerde sculpturen, waaronder een werk van Marino Marini, staan zowel op landelijk als op internationaal niveau hoog aangeschreven. Lees meer hierover in ons nieuwsbericht "18 kunstwerken uit Middelheimmuseum op Topstukkenlijst".

Topwerken uit de Stichting Matthys-Colle

Sinds 2020 beheert het S.M.A.K. een reeks kunstwerken van internationaal gerenommeerde kunstenaars afkomstig uit de Stichting Matthys-Colle. De aankoop door de Vlaamse Gemeenschap van het schilderij ‘Great American Nude #45’ (1963) van de Amerikaanse popartkunstenaar Tom Wesselmann voor de collectie van het S.M.A.K. betekende de start van een unieke publiek-private samenwerking. Die aanschaf ging gepaard met de langdurige bruikleen aan het museum van 39 andere kunstwerken van internationaal bekende kunstenaars uit de prestigieuze verzameling van de heer Roger en mevrouw Hilda Matthys-Colle.  

Acht kunstwerken van de stichting werden opgenomen in de Topstukkenlijst, onder andere “Méta mécanique – Horizontal II” (6) uit 1954 van Jean Tinguely. Deze kunstenaar speelde een grote rol in de ontwikkeling van de kinetische kunst en formuleerde met zijn speelse machinesculpturen een commentaar op de moderniteit en de relatie tussen kunst en leven. Met zijn zelf tekenende machines stelde hij de uniciteit van het kunstwerk en het belang van de signatuur in vraag.  

In 1954 had Jean Tinguely zijn eerste solotentoonstelling in de Gallery Arnaud in Parijs. “Méta mécanique - Horizontal II” dateert uit deze periode en gaat zijn latere Méta-Matic tekenmachines vooraf. Het werk is een vrij monumentaal filigraan draadwerk met echo’s naar Joan Miró, Paul Klee en Alexander Calder. De ketting van fijne tandwielen met primaire kleuren eraan bevestigd, zijn als assemblage een elegant kritische commentaar op de statische abstracte en constructivistische kunst. 

Over de Topstukkenlijst

Het Topstukkendecreet zorgt voor de bescherming van roerend cultureel erfgoed dat voor de Vlaamse Gemeenschap in Vlaanderen bewaard moet blijven. Het gaat om objecten met een bijzondere archeologische, historische, cultuurhistorische, artistieke of wetenschappelijke betekenis. 

Op basis van het decreet wordt een Topstukkenlijst van zeldzame en onmisbare voorwerpen en verzamelingen opgesteld. Voor die beschermde voorwerpen gelden speciale beschermingsmaatregelen en uitvoerbeperkingen. Omdat het behoud van dit erfgoed van groot belang is, kunnen er restauratiesubsidies voor aangevraagd worden.