Gedaan met laden. U bevindt zich op: Alles is data Nieuwsberichten van Digitaal Vlaanderen

Alles is data

Nieuwsbericht
6 december 2022

“We moeten organisaties overtuigen om in datamanagement te investeren.”

Sander Van Dooren was lange tijd verbonden aan DIGIT (het Directoraat Generaal Informatica) van de Europese Commissie. Vandaag maakt hij deel uit van het VSDS-team, de Vlaamse Smart Data Space van Digitaal Vlaanderen. Sander pleit voor meer data-centrisch denken.

“Het datamodel, de vorm waarin gegevens voorkomen, is min of meer permanent. De software die errond gebouwd wordt daarentegen, komt en gaat. Vandaar dat we ons meer bewust moeten zijn van het belang van datamanagement. Wie betrokken wordt in een ontwikkeltraject moet zo vroeg mogelijk nadenken over het delen van data. Bij Digitaal Vlaanderen dragen we deze visie uit via VSDS (de Vlaamse Smart Data Space) en OSLO (Open Standaarden voor Linkende Organisaties). We geloven dat een bewuster en beter datamanagement de data-economie in Vlaanderen kan laten bloeien. Ikzelf werk sinds kort voor de Vlaamse Smart Data Space. Ik vertaal onderzoek rond realtime data-uitwisseling in requirements voor concrete bouwblokken. Dit is precies wat ik wou doen.”

“In IJsland bijvoorbeeld worden patroniemnamen gebruikt in plaats van achternamen zoals wij ze kennen. Een goed datamodel moet deze complexe realiteit behandelbaar maken.”

Van Europese Commissie naar Digitaal Vlaanderen

Sander Van Dooren begon zijn carrière als ontwikkelaar in de webwereld. Na jaren voor de privésector te werken, kwam hij terecht bij Joinup(opent in nieuw venster), een platform van de Europese Commissie waarop herbruikbare software en IT-oplossingen worden uitgewisseld. “Ik heb Joinup vernieuwd door de applicatie te baseren op linked data,” vertelt hij over zijn loopbaan. “Daardoor kunnen catalogen geïntegreerd worden en is harvesten en up-to-date houden een stuk eenvoudiger. De laatste jaren werkte ik binnen het ‘interoperable Europe-team’ van de Europese Commissie”

In augustus koos Sander voor Digitaal Vlaanderen. Hij werkt er aan een manier om realtime data te publiceren in de Vlaamse Smart Data Space. “De meeste open datasets zijn vandaag datadumps, bestanden met data erin dus. De focus van VSDS ligt echter op dynamische data, die veel sneller kan doorstromen. Denk bijvoorbeeld aan de vertragingen van de bus: die informatie heb je nù nodig, niet morgen. Om dit mogelijk te maken baseren we ons op de Linked Data Event Streams (LDES) specificatie, een OSLO standaard binnen Vlaanderen en ook een ‘living standard’, een standaard die evolueert, onder SEMIC(opent in nieuw venster). SEMIC maakt deel uit van Interoperable Europe, de organisatie die onder meer semantische standaarden ontwikkelt voor de EU-lidstaten. Je zou kunnen zeggen dat SEMIC voor de Europese lidstaten doet wat OSLO voor Vlaanderen doet.”

“ Het eerste gevolg van data centrisch denken is dat applicaties kortstondig zijn terwijl data de belangrijke en duurzame troef is.” (uit de The Data-Centric Revolution van Dave McComb)

Hoe ontstaan Europese standaarden?

Het is niet zo dat de Europese commissie een lijst maakt met gewenste standaarden en die vervolgens ook produceert. Het initiatief komt uit de lidstaten. Europa ontwikkelt en promoot, samen met de lidstaten, een aantal kernmodellen die veel voorkomende problemen oplossen. Dat gebeurt in de schoot van SEMIC.

Sander Van Dooren: “Data-uitwisseling binnen de EU-lidstaten is geen evidentie. Wil je een semantische standaard ontwikkelen, dan moeten er eerst afspraken gemaakt worden over de betekenis van wat je modelleert. Je zal snel merken dat dit niet zo eenvoudig is. Wat doe je bijvoorbeeld als de wetgeving van twee lidstaten tegenstrijdig is? Een ‘technische’ oplossing zal dan niet meer volstaan. Dat maakt het ontwikkelen van Europese standaarden complex.”

Ook de sociale context kan helemaal anders zijn. In IJsland bijvoorbeeld worden patroniemnamen gebruikt in plaats van de achternamen zoals wij ze kennen. Een goed model moet deze complexe realiteit behandelbaar maken.

Velen vragen zich af waarom OSLO ook standaarden ontwikkelt

“Er is een belangrijk verschil tussen Europese en Vlaamse standaarden: SEMIC, de Europese standaarden dus, richt zich uitsluitend op semantische specificaties die de uitwisseling van informatie tussen administraties vereenvoudigt. De Vlaamse OSLO standaarden gaan verder door ook private partners mee te nemen.

Een tweede verschil is dat de kernmodellen van SEMIC algemene bouwblokken zijn. In een specifieke context, bijvoorbeeld toerisme, heb je veel concretere standaarden nodig. Voorbeeld: hoe vertaal je ‘logie’, ‘overnachting’, ‘verblijf’ over de verschillende talen en culturen heen, zodat IT-systemen data hierover kunnen uitwisselen? Als de vraag er is en de noodzaak bestaat om in een internationale context een standaard te ontwikkelen, dan kan een lidstaat of zijn organisatie (in casu OSLO) het initiatief nemen. Zo is Vlaanderen op het vlak van standaarden niet alleen een voorloper, we zijn ook zeer nauw betrokken bij de Europese werking rond standaarden. We zitten zelfs mee aan het stuur.”

Op 6 december start in Brussel de SEMIC- conferentie

De conferentie gaat over ‘Data Spaces in an Interoperable Europe’. De conferentie brengt alle spelers uit de EU samen. Wij zijn aanwezig met OSLO en met VSDS. Het belooft een boeiende bijeenkomst te worden want data uitwisseling over de grenzen en de silo’s heen, groeit aan belang.

Meer over VSDS.

Meer over OSLO.

Meer over de SEMIC-conferentie(opent in nieuw venster).