Nieuwsbrief maart 2021

Grote veranderingen in aanwezigheid van mossen de laatste 40 jaar

Samen met leden van de werkgroep Bryologie en Lichenologie bracht het INBO de aanwezigheid van mossen in grote delen van Vlaanderen in kaart. We vergeleken daarbij twee periodes, namelijk van 1980 tot 1999 en van 2000 tot 2019.

Aan de hand van die data publiceerden we een Rode Lijst van de mossen in Vlaanderen én een voorlopige verspreidingsatlas. ‘Voorlopig’ want vooral delen van Oost- en West-Vlaanderen zijn nog onvoldoende bestudeerd.

Er zijn opvallende verschillen tussen de twee bestudeerde periodes:

  • Mossen op bomen en struiken zijn spectaculair teruggekeerd. Het gaat om het vliermos en de gekroesde haarmuts. Die waren in de tweede helft van de twintigste eeuw uit grote delen van Vlaanderen verdwenen door de zware luchtverontreiniging met zwaveldioxide.
  • Zuidelijke soorten vonden door de klimaatopwarming hun weg naar ons land. Een voorbeeld is het dwergwratjesmos. Dat werd voor het eerst waargenomen in ons land in 1985 en is sinds 2000 op bijna 40 % van de goed onderzochte plaatsen gevonden.
  • Soorten met een meer noordelijke verspreiding zoals boomfranjemos en heidefranjemos staan op de rand van uitsterven.
  • Ook veel mossen van heideterreinen en voedselarme veengebieden, en soorten van steilkantjes in bossen krijgen het erg moeilijk, met name in de groep van de levermossen.

Wouter Van Landuyt

Meer lezen: Van Landuyt W., De Beer D., Raeymaekers G., Nagels C., Hoste S., Reyniers J., Slembrouck J., Sotiaux A., Van Acker K. (2020). Voorlopige verspreidingsatlas van de Hauw-, Lever en Bladmossen van Vlaanderen. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2020 (46). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel.

Foto: vliermos, een soort die vooruitgaat (INBO)

Opgelet

  • {{validation.errorMessage}}