Bosgezondheid: wat bracht 2024, het natste jaar ooit gemeten?
De jaarlijkse bosvitaliteitsinventaris kadert in het internationale programma ICP Forests, dat dit jaar 40 jaar bestaat . Het Vlaamse bosvitaliteitsmeetnet telt 78 proefvlakken. We zoeken de bomen in het meetnet jaarlijks op en beoordelen hun blad- of naaldbezetting volgens een vast protocol. Een boom met meer dan 25% blad- of naaldverlies beschouwen we als beschadigd.
In 2024 was 22,4% van de onderzochte 1.476 bomen beschadigd. Bij de loofboomsoorten had zomereik het hoogste aandeel beschadigde bomen. Bij de naaldboomsoorten was dat Corsicaanse den. ‘Beschadigd’ betekent niet dat een boom op sterven na dood is. Het sterftecijfer varieert de laatste 10 jaar tussen 0,5% en 1,2%. In 2024 was dat 0,8%. Ook het aandeel bomen met meer dan 60% bladverlies bleef in 2024 beperkt tot 0,7%.
Voor alle bomen samen waren er slechts kleine verschillen in vergelijking met 2023. Het aandeel beschadigde bomen steeg met 0,4 procentpunt en het gemiddeld bladverlies met 1,2 procentpunt. Het aandeel beschadigde bomen nam toe voor zomereik, beuk en de groep ‘overige loofboomsoorten’, een verzameling van minder vertegenwoordigde soorten. Een afname in beschadiging was er voor Amerikaanse eik, grove den en Corsicaanse den. Verschillende factoren verklaren deze kortetermijnverschillen, zoals het al dan niet voorkomen van extreem weer, schimmelinfectie, insectenaantasting en zaadzetting.
2024 was uitzonderlijk nat. Tot het einde van de zomer viel er in Ukkel elke maand meer neerslag dan gemiddeld. De vele neerslag was niet nadelig voor de gezondheid van de bomen in het meetnet. We merkten in verschillende proefvlakken wel stormschade op.
Geert Sioen, Pieter Verschelde
Beeld boven: Bosvitaliteitsproefvlak in Moerbeke (Heidebos, augustus 2024)