Gedaan met laden. U bevindt zich op: Woonmaatschappijen: herinvesteringsplicht op vier manieren, en bepaling venale waarde Nieuwsberichten van lokaal woonbeleid

Woonmaatschappijen: herinvesteringsplicht op vier manieren, en bepaling venale waarde

Nieuwsbericht
22 november 2022

Bij de omvorming tot woonmaatschappijen zijn SHM’s en SVK’s verplicht om alle onroerende goederen die ze bezitten en die liggen in een gemeente buiten het werkingsgebied van de nieuwe woonmaatschappij, over te dragen. Lokale besturen (gemeente, OCMW, IGS …) zijn daartoe niet verplicht. Zij kunnen dat wel vrijwillig doen. De nieuwe woonmaatschappij mag deze overdracht niet weigeren als deze onroerende goederen inzetbaar zijn voor sociale huisvestingsprojecten.

Lokale besturen hebben nog andere opties: ze kunnen hun onroerende goederen inbrengen in de woonmaatschappij tegen (bijkomende) aandelen of beslissen om enkel de erfpacht- of opstalrechten aan de woonmaatschappij aan te bieden en de eigendomstitel te behouden.

Hou er rekening mee dat u de sociale huurwoningen die u als lokaal bestuur behoudt, verplicht moet blijven inzetten voor sociale huur. Voor eventuele investeringen aan deze woningen of de omgeving ervan kunt u vanaf 1 januari 2023 geen subsidies (FS3-leningen of SSI-subsidies) meer krijgen. Wilt u de woningen later niet langer sociaal verhuren, zonder ze over te dragen aan de woonmaatschappij? Dan bent u verplicht om de venale waarde van die woningen te herinvesteren in de sociale huisvestingssector (art. 4.1/1 Vlaamse Codex Wonen).
Die herinvestering moet gebeuren binnen de vijf jaar na de beslissing de woningen niet langer sociaal te verhuren. Een lokaal bestuur heeft 4 manieren om de venale waarde van deze woningen te herinvesteren:

  1. Sociale huurwoningen bouwen of renoveren, of woningen of gronden verwerven voor sociale woonprojecten.
  2. Infrastructuur aanleggen of renoveren bij sociale woningen.
  3. De leningen op de niet meer sociaal verhuurde woningen vervroegd terugbetalen aan de VMSW of Vlabinvest.
  4. Een inbreng doen in de woonmaatschappij. Dat kan met een kapitaalsubsidie die de woonmaatschappij gebruikt voor investeringen, of met een geldsom in ruil voor aandelen. Die aandelen brengen de helft op van het dividend waarop de aandelen maximaal recht geven.

In deze nieuwsflash van VMSW(opent in nieuw venster) leest u hoe de venale waarde van sociale huurwoningen bepaald wordt.