Gedaan met laden. U bevindt zich op: Duurzame mobiliteit voor een duurzame arbeidsmarkt. Verkenning van het terrein en empirische duiding

Duurzame mobiliteit voor een duurzame arbeidsmarkt. Verkenning van het terrein en empirische duiding

Onderzoeksrapport
februari 2004
Departement Werk en Sociale Economie
Er gaat haast geen dag voorbij zonder dat de toenemende verkeersdrukte op één of andere manier in verband wordt gebracht met eventuele economische gevolgen van deze evolutie. We merken ook dat daar in toenemende mate verwijzingen naar de arbeidsmarkt bijhoren. Nochtans is het verband tussen mobiliteit en arbeidsmarkt weinig beschreven en nog minder empirisch onderzocht. Diverse arbeidsmarkttheorieën hebben elk een eigen visie op de rol van mobiliteit ten opzichte van de arbeidsmarkt. De neo-klassieke benadering bijvoorbeeld ziet pendelen en verhuizen als evenwichtsbrengende processen, die bestaande loonverschillen -als reflectie van ruimtelijke verschillen in schaarsteverhoudingen van vraag en aanbod- op lange termijn elimineren. Bij de post-keynesianen en de institutionalisten wordt echter gewezen op de loonrigiditeit waardoor het fundamentele onevenwicht op de arbeidsmarkt aan de grondslag ligt van de pendel- en verhuisbewegingen. Nog andere theorieën stellen dat ten gevolge van interne en externe agglomeratievoordelen de economisch sterkere regio's de jonge, goed opgeleide migranten en pendelaars aantrekken, daar waar de stagnerende regio's geconfronteerd worden met de uitstroom van de meest productieve arbeidskrachten. Dit verkennende onderzoek beoogde de arbeidsmarkt en de mobiliteitsmarkt met elkaar in verband te brengen. Zowel arbeid als mobiliteit kunnen opgevat worden als een marktgebeuren waar vraag en aanbod in voortdurende wisselwerking met elkaar staan. Beide markten werden benaderd vanuit zowel de vraag- als aanbodzijde.
Publicatiedatum
Februari 2004
Publicatietype
Onderzoeksrapport
Thema's
Ondernemen , Duurzame tewerkstelling
Auteur(s)
Langzaam Verkeer - HIVA,, Hans Bruyninckx, Krista Van Hoof, Rita Sepelie, Hans Verbruggen
Reeks
WSE-onderzoeksrapporten