Het vandaag gepubliceerde rapport maakt gebruik van een brede waaier aan Vlaamse statistieken over demografie, onderwijs en vorming, betaalde en onbetaalde arbeid, inkomen en armoede, gezondheid, besluitvorming, attitudes en gedrag, sociale participatie en mobiliteit.
Uit het rapport blijkt dat vrouwen in Vlaanderen in alle leeftijdsgroepen tussen 25 en 64 jaar hoger geschoold zijn dan mannen. Maar het blijft wel zo dat vrouwen andere opleidingen volgen dan mannen. In het hoger onderwijs zijn vrouwen oververtegenwoordigd in studiegebieden als onderwijs, gezondheidszorg en menswetenschappelijke richtingen. Mannen domineren de (exact-)wetenschappelijke en economische richtingen. Het afgelopen decennium veranderde er weinig op dat vlak.
Die seksesegregatie in het onderwijs zet zich door op de Vlaamse arbeidsmarkt. Mannen en vrouwen zijn niet evenredig gespreid over de verschillende (sub)sectoren van de economie. Vrouwen blijven oververtegenwoordigd in sectoren met lagere lonen. Mannen bekleden bovendien ook vaker hogere functies dan vrouwen: in 2021 waren bijna 2 op de 3 van de leidinggevenden of managers mannen. Ook die situatie wijzigde het afgelopen decennium niet fundamenteel. De arbeidsdeelname van vrouwen nam wel duidelijk toe, sterker zelfs dan bij mannen. Maar vrouwen (40%) werken wel meer deeltijds dan mannen (10%). Bovendien verlaten ze vaker de arbeidsmarkt dan mannen om tijdelijk te zorgen voor de kinderen of andere zorgbehoevenden. In 2022 ging 60% van het totaal aantal onderbrekingsuitkeringen in het Vlaamse Gewest naar vrouwen.
Vlaams minister van Gelijke Kansen, Bart Somers: “Dit rapport toont ons een positieve evolutie in de maatschappelijke positie en participatie van vrouwen in Vlaanderen. De arbeidsdeelname van vrouwen is sterk gestegen en het loonverschil is zo goed als verdwenen. Dit kan ik als minister van Gelijke Kansen alleen maar toejuichen. Maar het rapport toont ons ook dat er nog veel ruimte is voor verbetering. 40% van de vrouwen werkt slechts deeltijds om een zorgende rol op te nemen, terwijl dit bij mannen maar 10% is. Vanuit de Vlaamse overheid, financieren wij 500.000 euro aan projecten die gedeeld en betrokken ouderschap stimuleren.”
Dit rapport toont ons een positieve evolutie in de maatschappelijke positie en participatie van vrouwen in Vlaanderen.
Mannen participeren in het algemeen net iets meer dan vrouwen aan politieke activiteiten (28% tegenover 26%). Enkel bij de jongeren tot 35 jaar participeren vrouwen duidelijk meer dan mannen. Mannen blijven ook oververtegenwoordigd in de parlementen en provincie- en gemeenteraden. Bij de uitvoerende mandaten ligt het aandeel mannen vaak nog hoger. Ook bij de bestuurders van ondernemingen is er een overwicht van mannen (71%). In alle hoofdbedrijfstakken vinden we meer mannelijke dan vrouwelijke bestuurders. Het hoogste aandeel vrouwelijke bestuurders treffen we aan in de dienstensector en de vrije beroepen. Daar is meer dan 1 op de 3 bestuurders een vrouw.
Mannen participeren nog altijd meer aan de activiteiten van verenigingen: 54% van de mannen en 45% van de vrouwen gaf in 2021 aan actief lid te zijn van minstens 1 vereniging. Digitaal participeren mannen en vrouwen wel nagenoeg evenveel. Ook het mediagebruik van mannen en vrouwen verschilt weinig.
Vrouwen maken zich vaker dan mannen zorgen over hun veiligheid, al is het verschil tussen mannen en vrouwen de jongste jaren sterk afgenomen. In hun eigen buurt blijft dat bij vrouwen beperkt tot 25% en dat verschilt weinig met de 24% bij mannen. Maar het zijn vooral jonge en oudere vrouwen die zich vaker onveilig voelen dan mannen van dezelfde leeftijd. In de leeftijdsgroep van 35 tot 65 jaar voelen mannen zich vaker onveilig dan vrouwen. Vrouwen mijden meer dan mannen bepaalde plaatsen (27% tegenover 22%). Tegelijk zijn mannen sterk oververtegenwoordigd bij de verdachten van nagenoeg alle misdrijfcategorieën.
Vlaams minister van Gelijke Kansen Bart Somers : “Het rapport leert ons ook dat voornamelijk vrouwen, maar ook mannen, zich onveilig voelen in hun eigen buurt. Dit kunnen we als samenleving niet aanvaarden. Met mijn Plan Samenleven, zet ik onder andere 300.000 euro in om straatintimidatie tegen te gaan. Samen werken we aan een gedeelde samenleving, waar elke burger zich veilig kan voelen.”