De Vlaamse Codex Wonen (artikel 4.36, §1, tweede lid) verplicht iedere sociale huisvestingsmaatschappij om financiële middelen die ze niet direct nodig heeft, te laten beheren door de VMSW. Het spiegelbeeld hiervan is de verplichting voor de VMSW (artikel 4.17, eerste lid, 2°) om deze middelen te beheren.

De VMSW maakte met de sector afspraken over wat begrepen wordt onder ‘financiële middelen die niet noodzakelijk zijn voor de dagelijkse werking’. Elk jaar wordt per maatschappij een norm vastgesteld van wat buiten de VMSW aangehouden mag worden. Zolang een maatschappij onder die norm blijft, gaat de VMSW ervan uit dat er correct is doorgestort.

Iedere sociale huisvestingsmaatschappij rapporteert ten laatste de vijfde werkdag van iedere maand welk bedrag buiten de VMSW stond in de voorafgaande maand. Dit gebeurt via het FIS, Financieel Informatiesysteem, in het luik ‘Rekeningen’ onder ‘ingave saldi buiten de VMSW’.

Sociale woonactoren die aanmelden op deze website, vinden een handleiding voor de rapportering van de middelen buiten de VMSW op de centrale documentenpagina.

Wanneer er uitzonderlijke omstandigheden zijn en een sociale huisvestingsmaatschappij weet dat ze de norm zal overschrijden - bijvoorbeeld omdat er een belangrijke betaling gebeurt in de volgende maand - dan verwittigt ze Wonen in Vlaanderen hiervan via het FIS.

Het ligt voor de hand dat sociale huisvestingsmaatschappijen geen beleggingen voor hun eigen middelen mogen hebben die over een maand lopen, behalve op de rekening-courant lange termijn.

Wettelijk kader

De wijze waarop de norm wordt vastgesteld en het beheer gebeurt, is vastgelegd in regelgeving:

• Algemeen kader: Besluit van de Vlaamse Regering van 11 september 2020 tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, BS 8 december 2020, boek 4, deel I, titel 2, hoofdstuk II, afdeling 2.

• Praktische uitwerking: staat beschreven in het Commissiereglement Beheer Rekening-Courant, een reglement goedgekeurd door de raad van bestuur van de VMSW na advies van de Commissie Beheer Rekening-Courant. Sociale woonactoren die aanmelden op deze website, vinden het commissiereglement op de centrale documentenpagina.

U rapporteert jaarlijks, uiterlijk op 30 november.

Sociale woonactoren die aanmelden op deze website lezen welke twee bestanden ze als bijlage moet bezorgen aan Wonen in Vlaanderen op deze afgeschermde documentenpagina. U vindt op deze pagina ook een handleiding.

U rapporteert jaarlijks, binnen de 30 dagen na de algemene vergadering.

U doet dit via het FIS maar e-mailt het ook als bijlage (in PDF of Word) naar Wonen in Vlaanderen. Sociale woonactoren die aanmelden op deze website vinden twee handleidingen op deze afgeschermde documentenpagina.

U rapporteert jaarlijks via het FIS.

De gesubsidieerde SVK’s moeten aan Wonen in Vlaanderen rapporteren over:

1. het saldo van de zichtrekeningen en de beleggingsrekeningen op het einde van het vorige kwartaal;
2. de openstaande saldi van de aangegane leningen op het einde van het vorige kwartaal;
3. de vervaldagenbalans van de vorderingen van het sociaal verhuurkantoor op het einde van het vorige kwartaal;
4. de vervaldagenbalans van de schulden van het sociaal verhuurkantoor op het einde van het vorige kwartaal;
5. de kasstroomrapportering over het voorbije kwartaal.

Voor de kasstroomrapportering (puntje 5) maakt Wonen in Vlaanderen een onderscheid tussen een uitgebreide kasstroomrapportering en een beperkte kasstroomrapportering. Enkel SVK’s bij wie één van volgende knipperlichten brandt, voeren een uitgebreide kasstroomrapportering voor minstens 4 opeenvolgende kwartalen. Andere SVK’s voeren een beperkte kasstroomrapportering.

Als uw SVK een uitgebreide kasstroomrapportering moet voeren, zal Wonen in Vlaanderen u hiervan persoonlijk op de hoogte brengen. Van zodra er geen enkel knipperlicht meer brandt na het voeren van deze uitgebreide kwartaalrapportering voor minstens vier opeenvolgende kwartalen, moet u geen uitgebreide kasstroomrapportering meer indienen. U ontvangt hierover minstens jaarlijks feedback van Wonen in Vlaanderen.

Knipperlichten:

1. Zit het SVK in verhoogd financieel toezicht op basis van de financiële gezondheid?
2. Is het saldo op de zicht- en beleggingsrekeningen in het laatst gerapporteerde kwartaal met meer dan x% gedaald tegenover het vorige kwartaal?
   1. daling tussen kwartaal 1 en 2 = 5%
   2. daling tussen kwartaal 2 en 3 = 30%
   3. daling tussen kwartaal 3 en 4 = 30%
   4. daling tussen kwartaal 4 jaar X en kwartaal 1 jaar X+1 = 5%
3. Is het saldo op de zicht- en beleggingsrekeningen in het laatst gerapporteerde kwartaal met meer dan 20% gedaald tegenover hetzelfde kwartaal vorig jaar?
4. Daalde het saldo op de zicht- en beleggingsrekeningen telkens de laatste drie kwartalen met minstens 5%?
5. Heeft het SVK minder dan 2*de gemiddelde huurprijs per woning op de zicht- en beleggingsrekeningen? (voor 2020 = 2*€475 = €950)
6. Heeft uw SVK minder geld op de zicht- en beleggingsrekeningen staan dan het viervoud van het af te lossen bedrag van de leningen in het laatste kwartaal?
7. Heeft een verhuurder die een woning verhuurt aan uw SVK de doorbetalingsgarantie ingeroepen bij Wonen in Vlaanderen?
8. Bedragen de vervallen openstaande vorderingen in de 90+ dagen meer dan 75% van het totaal van het saldo op de zicht- en beleggingsrekeningen?
9. Bedragen de vervallen openstaande schulden meer dan 75% van het totaal van het saldo op de zicht- en beleggingsrekeningen?
10. Heeft het SVK een lening bij Wonen in Vlaanderen voor het opvangen van liquiditeitsproblemen?

De erkende niet-gesubsidieerde SVK’s moeten aan Wonen in Vlaanderen rapporteren over:

1. het saldo van de zichtrekeningen en de beleggingsrekeningen op het einde van het vorige kwartaal, als en slechts als er een afzonderlijke zichtrekening voor de SVK-werking is;
2. de openstaande saldi van de aangegane leningen op het einde van het vorige kwartaal, als en slechts als er een afzonderlijke zichtrekening voor de SVK-werking is;
3. de vervaldagenbalans van de vorderingen van het sociaal verhuurkantoor op het einde van het vorige kwartaal;
4. de vervaldagenbalans van de schulden van het sociaal verhuurkantoor op het einde van het vorige kwartaal;

Als uw SVK geen afzonderlijke zichtrekeningen heeft voor de SVK-werking, dan zijn de eerste en tweede rapportering dus niet van toepassing. Als uw SVK op een bepaald moment toch afzonderlijke zichtrekeningen voor de SVK-werking heeft, dan zal uw kwartaalrapportering uitbreiden. Het is aan het SVK om dit aan de VMSW te laten weten.

U rapporteert volgens het sjabloon van Wonen in Vlaanderen. Dit vindt u onderaan deze pagina terug. Het ingevulde rapport stuurt u naar helpdesksvk.wonen@vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie)

Wonen in Vlaanderen maakte ook enkele handleidingen om u te helpen bij de opmaak van de uitgebreide kasstroomrapportering.

In deze tabel vindt u de deadlines per kwartaal.

Sociale woonactoren die aanmelden vinden op de documentenpagina over financieel beheer de sjablonen en handleiding voor de kwartaalrapportering (beperkte én uitgebreide kasstroomrapportering).

Artikel 4.178, §2 Besluit Vlaamse Codex Wonen(opent in nieuw venster)