Gedaan met laden. U bevindt zich op: Aaneenschrijven - 10. Bijzondere voor- en nabepalingen Aaneenschrijven

Aaneenschrijven - 10. Bijzondere voor- en nabepalingen

Regel 1 - Voorbepalingen

Schrijf een koppelteken achter de bijzondere voorbepalingen adjunct, aspirant, assistent, bijna, chef, collega, ex (voormalig), interim (voorlopig, tussentijds), kandidaat, leerling, meester (hoofd), niet, non, oud (voormalig), Sint (sint, Sinte, sinte of St.), stagiair en substituut.

Voorbeelden
  • adjunct-directeur, aspirant-astronaut, assistent-manager, bijna-bloot, bijna-ramp, chef-kok, collega-taaladviseur, ex-man, interim-voorzitter, kandidaat-huurder, leerling-bakker, meester-kok, niet-confessioneel, niet-roker, non-argument, non-actief, oud-minister, Sint-Anna, St.-Truiden, stagiair-officier
  • in combinatie met woordgroepen: adjunct-algemeendirecteur, aspirant-sociaalwerker, ex-eersteminister
  • in samenstellingen: kandidaat-huurdersbijeenkomst, sint-andrieskruis, sint-bernardshond

Regel 2 - Nabepalingen

Schrijf een koppelteken vóór de bijzondere nabepalingen fiscaal, generaal, militair, president, testamentair en verbaal.

Voorbeelden

advocaat-fiscaal, secretaris-generaal, auditeur-militair, minister-president, executeur-testamentair, proces-verbaal

Regel 3

Schrijf een koppelteken in een samenstelling met een persoonsnaam als nabepaling.

Dat type samenstellingen kan worden geparafraseerd als ‘is genoemd naar’.

Voorbeelden

de regering-Michel, de spelling-Siegenbeek, de zaak-Bosman, het kabinet-De Block

Regel 3.1

Schrijf een spatie in woordgroepen met een eigennaam als nabepaling.

Dat type woordgroepen kan worden geparafraseerd als ‘heet/heeft als naam’.

Voorbeelden

brouwerij De Kroon, kunstgalerij De Vuyst, restaurant Paolo, schoonheidssalon Nathalie

Zie ook