Het werkwoord aanzien (‘beschouwen’, ‘houden voor’) wordt in de standaardtaal in het hele taalgebied gecombineerd met het voorzetsel voor: iemand aanzien voor. In Nederland suggereert aanzien worden voor meestal dat het ten onrechte gebeurt.
- Waar zie je me voor aan?
- Dit fossiel werd vroeger aangezien voor een versteende munt.
- Eksters worden soms voor kraaien aangezien.
In de standaardtaal in België kan aanzien ook met als worden gecombineerd.
- Walvisvlees wordt er aanzien als een heuse delicatesse.
- Die tienermeisjes aanzien de popzanger als een afgod.