Gedaan met laden. U bevindt zich op: beletselteken (taalkundige term, leesteken, gebruik) Taaladviezen

beletselteken (taalkundige term, leesteken, gebruik)

synoniem = gedachtepuntjes

Het beletselteken (…) heeft verschillende functies. Het kan aangeven dat de zin wordt afgebroken of dat de lezer geacht wordt zelf een woord of gedachte in te vullen. Als het beletselteken aan het einde van een zin staat, komt er geen extra punt achter het beletselteken.

  • Ze vroeg nog: ‘Weet jij of we morgen …' Maar Hannes liep al de deur uit.
  • Wat ik dáár toen allemaal heb gezien …

Het kan ook een onderbreking of aarzeling weergeven.

  • Maar … ik dacht … dat je van me hield …
  • Nee maar ... heb ik dat echt gezegd?
  • Twijfel is goed … denk ik.

Bij opsommingen kan een beletselteken aangeven dat de opsomming onvolledig is. Er staat dan geen komma voor.

  • Hij kocht gitaarsnaren, plectrums, een capotasto …
  • We hadden alles in de kofferbak geladen: de tent, de rugzakken, het eten …

Het kan ook worden gebruikt wanneer een deel van een woord is weggelaten; er komt dan geen spatie voor het beletselteken.

  • Wel godv…!

Het beletselteken wordt ook gebruikt wanneer in een citaat een stuk tekst is weggelaten; de puntjes staan dan tussen ronde of vierkante haakjes.

  • In het onderzoek van Laansma en Bakker wordt gesteld dat er sprake is van ‘een significante positieve samenhang tussen de variabelen problematisch eetgedrag […] en orale hyperresponsiviteit'.

Voor en na een beletselteken komt doorgaans een spatie. Er komt geen spatie voor het beletselteken als een deel van een woord wordt weggelaten. Er komt geen spatie na een beletselteken als er een vraagteken of uitroepteken op volgt.

  • Wel godv…!
  • Vijf plus vijf is …?