Gedaan met laden. U bevindt zich op: bezighouden: bezighouden / bezig houden*, bezighoudt / bezig houdt* Taaladviezen

bezighouden: bezighouden / bezig houden*, bezighoudt / bezig houdt*

Vervoeging:

  • ik hou(d) me bezig, jij houdt je bezig, hij houdt zich bezig, wij houden ons bezig
  • … dat ik me bezighou(d), … dat ze zich bezighouden
  • ik hield me bezig, wij hielden ons bezig
  • … dat ik me bezighield, … dat ze zich bezighielden
  • ik heb me beziggehouden

Het werkwoord bezighouden wordt in één woord geschreven. Ook de vervoegde vormen schrijven we in één woord, tenzij de twee delen (bezig en houden) gescheiden worden door andere woorden (bijvoorbeeld: wat me bezig heeft gehouden), of de volgorde ervan gewisseld is (bijvoorbeeld: ik hou me bezig).