Gedaan met laden. U bevindt zich op: bezwijken aan / onder / van / voor Taaladviezen

bezwijken aan / onder / van / voor

Zowel aan, onder, van als voor is correct in combinatie met het werkwoord bezwijken. Het voorzetselgebruik hangt samen met de betekenis van bezwijken.

Bezwijken aan betekent ‘sterven aan (een ziekte)'.

  • De voetganger die gisteren werd aangereden, is bezweken aan zijn verwondingen.

Bezwijken onder betekent ‘niet meer bestand zijn tegen, breken, barsten, niet langer kunnen dragen'.

  • Een deel van de Parijse Pont des Arts is bezweken onder het gewicht van de vele hangslotjes die geliefden aan de reling hebben gehangen om hun liefde voor elkaar te bezegelen.

Bezwijken van betekent ‘onwel worden'.

  • De atleet bezweek van de dorst.

Bezwijken voor betekent ‘toegeven aan, niet meer bestand zijn tegen'.

  • Ze bezweek voor zijn charme.