Gedaan met laden. U bevindt zich op: Bijvoeglijke naamwoorden verbuigen (verbuiging, met of zonder -e) Taaladviezen

Bijvoeglijke naamwoorden verbuigen (verbuiging, met of zonder -e)

De meeste bijvoeglijke naamwoorden hebben een vorm zonder -e aan het eind en een verbogen vorm met -e. Hieronder staat in welke gevallen bijvoeglijke naamwoorden een buigings-e krijgen en in welke gevallen niet.

Met buigings-e

Bijvoeglijke naamwoorden krijgen een buigings-e bij de volgende woorden:

1. Meervoudige woorden

  • slimme jongens, de slimme meisjes, dure auto’s, de verdachte mannen, de grote huizen, veel leuke feestjes

2. Enkelvoudige de-woorden

  • de slimme jongen, een gele bloem, onze nieuwe directeur, die bekende foto, welke verdachte man, iedere verdachte vrouw, elke verdachte man, verdachte vrouw

UITZONDERING: In vaste combinaties die een beroep, functie of hoedanigheid aanduiden, is het gebruikelijk om de buigings-e achterwege te laten. Dat geldt vaak ook voor het meervoud.

  • de gedelegeerd bestuurder(s), de maatschappelijk werker(s), onze algemeen directeur(s)

3. Enkelvoudige het-woorden in combinatie met het lidwoord het of een aanwijzend of bezittelijk voornaamwoord


Bijvoeglijke naamwoorden krijgen bij enkelvoudige het-woorden een buigings-e als ze worden voorafgegaan door het lidwoord het, een aanwijzend voornaamwoord (dit, dat) of een bezittelijk voornaamwoord (mijn, je, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun). Ook bij een vooropgeplaatste bezitsvorm (genitief) krijgt het bijvoeglijk naamwoord een buigings-e.

  • het slimme meisje, dit slimme meisje, dat slimme meisje, mijn slimme meisje, het grote huis, ons grote huis, het leuke feestje, Anna’s grote huis

UITZONDERING: In vaste combinaties blijft de -e achterwege. Vaste combinaties hebben als geheel een specifieke betekenis of komen zo vaak voor dat ze als een onlosmakelijk geheel te beschouwen zijn. Het is niet altijd even duidelijk af te bakenen welke gevallen als vaste combinaties te beschouwen zijn en welke niet.

  • het openbaar vervoer, het lager onderwijs, het Algemeen Nederlands, het Europees Parlement

Zonder buigings-e

Bijvoeglijke naamwoorden krijgen geen buigings-e bij enkelvoudige het-woorden in combinatie met het lidwoord een (‘n) of een ander woord dan de hierboven onder punt 3 genoemde woorden, bijvoorbeeld één, een beetje, elk, geen, genoeg, ieder, menig, veel, weinig, welk, zo’n, zulk.

  • een slim meisje, zo’n slim kind, geen slim meisje, elk slim kind, welk slim meisje, menig slim meisje, veel lekker beleg, allerlei onguur volk

Ook als er niets aan het bijvoeglijk naamwoord voorafgaat, krijgt het geen buigings-e.

  • slim meisje, lekker beleg

In koppen van nieuwsberichten en andere vormen van telegramstijl worden lidwoorden doorgaans weggelaten. In Belgische krantenkoppen gebruikt men in zulke gevallen bij enkelvoudige het-woorden gewoonlijk de onverbogen vorm van het bijvoeglijk naamwoord. In Nederlandse krantenkoppen wordt gewoonlijk de verbogen vorm gebruikt.

  • Nieuw(e) stadhuis klaar
  • Gents(e) stadsbestuur ontslaat wijkagent

Zowel met buigings-e als zonder buigings-e

Er zijn combinaties waarin je volgens de bovenstaande regels een buigings-e zou verwachten, maar de -e om stilistische redenen achterwege kan blijven. Het al dan niet gebruiken van de -e is dan meer een kwestie van persoonlijk stijl- en ritmegevoel dan van grammaticale regels. De vorm met -e is ook altijd correct. Het gaat om de volgende woorden en combinaties:

1. Bijvoeglijke naamwoorden op -ig, -isch, -lijk of -lijks bij enkelvoudige het-woorden

  • het gezellig(e) hotel, het druilerig(e) weertje, dat telefonisch(e) gesprek, dit logisch(e) gevolg, ons onooglijk(e) dorpje, het dagelijks(e) gebruik

2. Bijvoeglijke naamwoorden bij persoonsnamen zonder lidwoord of in combinatie met het lidwoord een

In combinaties van een persoonsnaam zonder lidwoord of met het lidwoord een wordt het bijvoeglijk naamwoord vaak onverbogen gelaten. Dat kan bij de-woorden die een beroep of status van een persoon aangeven, en bij de woorden man, persoon en mens. De -e kan wegvallen bij aardrijkskundige bijvoeglijke naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden die een bijzondere kwaliteit uitdrukken. Bij groot en knap kan er een subtiel betekenisverschil worden aangevoeld tussen de vorm met en zonder -e.

  • een Frans(e) filosoof, een Belgisch(e) kunstenaar, een Zweeds(e) schrijfster, een uitmuntend(e) strateeg, een begaafd(e) spreekster, een begenadigd(e) dichter, een moedig(e) man, een leuk(e) persoon, een goed(e) mens, als Nederlands(e) staatsburger, wereldwijd(e) pionier.
  • een groot staatsman (‘belangrijk’) - een grote staatsman (‘lang van gestalte’, naast ‘belangrijk’); een knap pianist (‘begaafd’) - een knappe pianist (‘aantrekkelijk’, naast ‘begaafd’)

3. Meerlettergrepige bijvoeglijke naamwoorden in de vergrotende trap

  • een belangrijker(e) discussie, een helderder(e) regel, het inspirerender(e) voorbeeld, belangrijker(e) discussies, soepeler(e) regels