Gedaan met laden. U bevindt zich op: bovenaan / boven aan Taaladviezen

bovenaan / boven aan

Bovenaan kan altijd in één woord geschreven worden als het deel van een zinsdeel is of op zichzelf een zinsdeel vormt. Als boven weggelaten kan worden, is ook de spelling in twee woorden correct.

  • Maak het elektriciteitssnoer bovenaan / boven aan het toestel vast.
  • Je handen bevinden zich bovenaan / boven aan het stuur.
  • Het beste is om een hekje bovenaan / boven aan de trap te plaatsen.
  • Het adres staat bovenaan de brief.
  • De migratieproblematiek staat bovenaan de agenda.
  • Je kleurt het bolletje bovenaan de lijst rood.
  • Het adres staat bovenaan in de brief.
  • De onderhoudsproducten staan bovenaan op het rek.
  • Maak het elektriciteitssnoer bovenaan vast.
  • De onderhoudsproducten staan bovenaan.

Boven aan wordt altijd in twee woorden geschreven als beide woorden tot een verschillend zinsdeel behoren.

  • De tram komt boven aan de Herentalsebaan en rijdt zo verder tot aan de rotonde in Wommelgem. (boven en komen vormen samen het werkwoord bovenkomen)