Gedaan met laden. U bevindt zich op: daarop / daar op Taaladviezen

daarop / daar op

We schrijven daarop aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord.

  • Nee, ik wil daarop gaan zitten. (= ik wil op iets gaan zitten, bijvoorbeeld op die bank)
  • Ze heeft zich daarop gebaseerd. (= ze heeft zich gebaseerd op iets, bijvoorbeeld op die richtlijn)
  • Ze heeft haar theorie daarop toegepast. (= ze heeft de theorie op iets toegepast, bijvoorbeeld op dat probleem)

In andere gevallen schrijven we daar op in twee woorden. Daar kan dan vervangen worden door ‘op die plaats'.

  • Wie zit daar op het dak van de buren? (op hoort bij het dak van de buren)
  • Meester Chen Shi Tong was daar op bezoek. (op hoort bij bezoek)
  • De band zal daar optreden. (op en treden vormen samen het werkwoord optreden)

De delen van het voornaamwoordelijk bijwoord daarop zijn ook van elkaar gescheiden als er tussen daar en op een ander zinsdeel staat. Meestal is zowel de volgorde met de gesplitste vorm als die met de ongesplitste vorm mogelijk.

  • Ze heeft zich daar grotendeels op / zich grotendeels daarop gebaseerd.