Gedaan met laden. U bevindt zich op: daarvoor / hiervoor Taaladviezen

daarvoor / hiervoor

Om terug te verwijzen naar een eerdergenoemde zaak of persoon, of naar een vorige zin, is het aan te bevelen om zo veel mogelijk daarvoor of ervoor te gebruiken. Dat doet u ook als u spontaan spreekt. Terugverwijzen met hiervoor is niet fout, maar is nogal nadrukkelijk en formeel.

  • Wie met de auto naar het werk rijdt en daarvoor een woon-werkvergoeding ontvangt, komt niet in aanmerking.
  • We zoeken een oppas voor onze poes. Wie wil er volgende week voor zorgen?

Daarvoor is het gebruikelijke woord om uit te drukken dat iets vóór een tijd­stip of pe­ri­o­de het geval was.

  • Twee uur daarvoor waren we vertrokken uit Parijs.
  • Daarvoor is zij minister van Financiën geweest.