Gedaan met laden. U bevindt zich op: dan / toen Taaladviezen

dan / toen

Dan kan in het hele taalgebied gebruikt worden om naar het heden of de toekomst te verwijzen.

  • Mijn buurman maakt dan altijd een wandeling met de hond.
  • Ik ga eerst eten en dan kom ik je helpen.

Dan kan in het hele taalgebied ook gebruikt worden om naar herhaalde handelingen of gebeurtenissen in het verleden te verwijzen.

  • Hij kwam altijd laat thuis en maakte dan nog een wandeling met de hond.

Dan wordt in de standaardtaal in België ook frequent gebruikt om naar een concreet moment in het verleden te verwijzen. Standaardtaal in het hele taalgebied zijn in dat geval toen, daarna, vervolgens of op dat moment, in die tijd.

  • Hij kwam laat thuis en maakte toen / dan nog een wandeling met de hond.
  • Al de dingen die nu zo gewoon zijn, waren er toen / dan gewoon niet.

Ook van dan af is standaardtaal in België om naar het verleden te verwijzen. Standaardtaal in het hele taalgebied zijn in dat geval van toen af (aan), vanaf toen, vanaf dat moment.

  • Van dan af / van toen af / vanaf toen ging ik elke week naar de bibliotheek.