Gedaan met laden. U bevindt zich op: dat / wat Taaladviezen

dat / wat

Het betrekkelijk voornaamwoord dat wordt gebruikt om te verwijzen naar enkelvoudige het-woorden. In gesproken taal wordt, vooral in Nederland, ook wat gebruikt om te verwijzen naar enkelvoudige het-woorden, maar dat is niet voor iedereen aanvaardbaar.

  • Heb jij het boek dat ik gekocht heb, al gelezen?
  • Ik wil weleens praten met het meisje dat daar staat.
  • Het huis dat ze huurt, is niet erg comfortabel.

Het betrekkelijk voornaamwoord wat wordt gebruikt om te verwijzen naar een hele zin, en als variant van de combinaties dat wat en datgene wat.

  • De hooligan kwam spontaan de schade vergoeden, wat ik niet verwacht had.
  • Ik was erg aangedaan door wat je vertelde.

Wat en dat zijn allebei mogelijk na woorden zoals alles, al, enige, iets, niets, veel, weinig, na het + een overtreffende trap en in vraagzinnen met het vragend voornaamwoord wat. Veel taalgebruikers hebben in combinatie met alles en al een voorkeur voor wat.

  • Alles wat / dat ik weet, heb ik van vader geleerd.
  • Al wat / dat je zegt, kan tegen je gebruikt worden.
  • Het enige wat / dat ik nog wil hebben.
  • Gooi iets wat / dat je kunt gebruiken, nooit weg.
  • Er is niets wat / dat George niet weet.
  • Er is nog zo veel wat / dat we niet weten.
  • Er is weinig wat / dat we nog niet hebben.
  • Dat is het grappigste wat / dat ik ooit heb meegemaakt.
  • Wat zie jij wat / dat ik niet zie?