In formuleringen waarbij iemand door middel van een metafoor met een bekende persoon vergeleken wordt, blijven de hoofdletters behouden.

• Frank Boeijen is de Jacques Brel van Nederland.
• Oriana Fallaci was de Brigitte Bardot van het geschreven woord.
• George Onslow was de Franse Beethoven.

Hetzelfde geldt voor formuleringen met merknamen en andere eigennamen die als iconisch voorbeeld dienen bij vergelijkingen.

• Dat merk is de Miele onder de elektrische fietsen.
• Dat restaurant is het gastronomische Disneyland van Noord-Italië.
• Brugge is het Venetië van het Noorden.