Gedaan met laden. U bevindt zich op: deze / die Taaladviezen

deze / die

De aanwijzende voornaamwoorden deze en die verwijzen naar enkelvoudige en meervoudige de-woorden (deze roman, die roman, deze kippen, die kippen) en naar meervoudige het-woorden (deze boeken, die boeken). Als ze contrasterend worden gebruikt, wijst deze personen of zaken aan die dichtbij zijn, terwijl die personen of zaken aanwijst die verderaf zijn.

  • Deze broek zat wel goed, maar die daar vond ik wat te strak.
  • Lees eerst deze boeken, en daarna die andere.

Om terug te verwijzen naar een de-woord of een meervoudig het-woord dat eerder genoemd is, is het aan te bevelen om zo veel mogelijk die te gebruiken. Dat doet u ook als u spontaan spreekt. Terugverwijzen met deze is niet fout, maar is nogal nadrukkelijk en formeel. Dikwijls kunt u gewoon een persoonlijk voornaamwoord (hij, hem, ze, haar) gebruiken.

  • Een week nadat mijn fiets was gestolen, bleek die / hij bij het station te staan.
  • Nadat ik uren mijn autosleutel had gezocht, kwam ik erachter dat ik die / hem op de deur had laten zitten.
  • Tijdens mijn interview met de jonge flamencodanseresjes leken die / ze erg nerveus te zijn voor het optreden van die avond.
  • Ik weet dat mijn buur een dochter heeft, maar ik heb die / haar hier nog nooit gezien.

Als er na het voornaamwoord een bepaling volgt die met een voorzetsel of met die begint, is alleen die correct, niet deze.

  • Foto’s met mensen scoren beter dan die met gebouwen.
  • Ik heb deze jurk en die die ik gisteren aanhad.

Om vooruit te wijzen, worden alleen de aanwijzende voornaamwoorden deze en dit gebruikt. Die hebben dan de betekenis ‘het volgende’.

  • De moeilijkheid is deze: niemand weet nog hoe het verder moet.
  • Wat ik bedoel is dit: ik heb geen rooie cent meer.