Gedaan met laden. U bevindt zich op: Engelse woorden: de of het? Taaladviezen

Engelse woorden: de of het?

De meeste Engelse leenwoorden zijn de-woorden, maar er zijn er ook die het-woord zijn of die zowel de-woord als het-woord kunnen zijn. Het woordgeslacht van Engelse leenwoorden kunt u opzoeken in woordenboeken en spellinglijsten. Voor woorden die (nog) niet in de naslagwerken zijn opgenomen, kunnen de hieronder beschreven tendensen houvast bieden.

De-woorden

De meeste Engelse leenwoorden zijn in het Nederlands de-woorden.

  • de afterparty, de aftershave, de airconditioning, de American dream, de backhand, de baseline, de boxershort, de buggy, de carwash, de comeback, de computer, de facelift, de fitness, de gimmick, de hockeystick, de league, de penalty, de privacy, de show, de string, de tool

Het-woorden

Sommige Engelse leenwoorden zijn het-woorden. In de meeste gevallen is dat vanwege hun betekenis of vorm.

  1. Namen van talen, namen van sporten en spelen, namen van materialen

Zelfstandige naamwoorden die tot deze betekeniscategorieën behoren zijn over het algemeen onzijdig. Dat geldt voor Engelse leenwoorden zoals dat ook voor van oorsprong Nederlandse woorden geldt, zoals het Nederlands, het voetbal en het hout.

  • het Basic English, het Dunglish, het Gaelic, het pidgin, het slang, het Welsh
  • het baseball, het bridge, het golf, het hockey, het parasailing, het scrabble, het skating
  • het denim, het plastic, het teak
  1. Woorden die qua betekenis en vorm sterk lijken op een Nederlands het-woord

Vaak verschillen in zulke gevallen alleen de klinkers en zijn de medeklinkers gelijk.

  • het ANC (African National Congress, vanwege het congres), het artwork (vanwege het werk), het callcenter (vanwege het centrum), het copyright (vanwege het recht), het dashboard, het IMF (International Monetary Fund), het partnership (vanwege het partnerschap), het patchwork, het penthouse, het sciencepark, het teamwork
  1. Andere woorden die als het-woord ingeburgerd zijn

Er zijn Engelse leenwoorden die het-woorden zijn zonder dat ze duidelijk onder een van de hierboven beschreven categorieën vallen.

  • het establishment, het frame, het item, het level, het panel, het recital, het shirt, het statement, het team

Woorden met de of het

Vrij veel Engelse leenwoorden kunnen in het Nederlands zowel een de-woord als een het-woord zijn, zonder betekenisverschil.

  • de / het abstract, de / het account, de / het agreement, de / het backoffice, de / het badge, de / het blog, de / het clipboard, de / het cluster, de / het design, de / het display, de / het format, de / het image, de / het incentive, de / het interface, de / het issue, de / het leaflet, de / het missionstatement, de / het modem, de / het notebook, de / het nylon, de / het paper, de / het sample, de / het screenshot, de / het touchscreen, de / het whiteboard, de / het whitepaper

U kunt bij zulke gevallen uw taalgevoel volgen, maar pas uw keuze wel consequent toe:

  • Als u bijvoorbeeld de account zegt, zegt u ook die/deze account, elke account, onze account en krijgt een bijvoeglijk naamwoord altijd een buigings-e: de nieuwe account, een nieuwe account, nieuwe account.
  • Als u het account zegt, zegt u ook dit/dat account, elk account, ons account en krijgt een bijvoeglijk naamwoord geen buigings-e na bijvoorbeeld een en elk: een nieuw account, elk nieuw account, nieuw account.