Gedaan met laden. U bevindt zich op: erbovenop / erboven op / er boven op / er bovenop* Taaladviezen

erbovenop / erboven op / er boven op / er bovenop*

We schrijven erbovenop aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. De vorm -bovenop gaat terug op de combinatie van het bijwoord boven en het voorzetsel op.

  • Hij zit erbovenop. (= hij zit boven op iets, bijvoorbeeld boven op de tafel)
  • Die factuur komt erbovenop. (= die factuur komt boven op iets, bijvoorbeeld boven op de eerdere facturen)
  • Wat ligt erbovenop? (= wat ligt boven op iets, bijvoorbeeld boven op de tafel)
  • Ik eet een taartje met veel slagroom erbovenop. (= met veel slagroom boven op het taartje)

Erbovenop wordt ook aan elkaar geschreven in enkele vaste combinaties. In die combinaties kunt u het voornaamwoordelijk bijwoord niet vervangen door een voorzetsel en een naamwoord omdat het samen met het werkwoord een eenheid vormt met een specifieke betekenis.

  • erbovenop komen, erbovenop zijn (= herstellen, de moeilijkheden overwinnen): Gelukkig is ze erbovenop gekomen na die zware operaties.

We schrijven erboven op in twee woorden als op deel uitmaakt van een afzonderlijk zinsdeel. Erboven is dan een voornaamwoordelijk bijwoord dat we kunnen vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel boven en een naamwoord.

  • Zet een pan water met een zeefje erboven op het vuur en breng aan de kook. (= met een zeefje boven de pan; op hoort bij het vuur)

We schrijven er bovenop ook in twee woorden als er en bovenop tot een verschillend zinsdeel behoren.

  • Wat ligt er bovenop in de kast? (bovenop hoort bij in de kast)

We schrijven er boven op in drie woorden als boven op deel uitmaakt van een afzonderlijk zinsdeel. Boven op wordt dan altijd gevolgd door een naamwoord.

  • Wat staat er boven op de torenspits?

De delen van het voornaamwoordelijk bijwoord erbovenop zijn ook van elkaar gescheiden als er tussen er en bovenop een ander zinsdeel staat. De volgorde met de gesplitste vorm is vaak gebruikelijker dan die met de ongesplitste vorm. Soms is de ongesplitste vorm uitgesloten.

  • Hij zit er graag bovenop / graag erbovenop.
  • Die factuur komt er door de onverwachte kosten bovenop / door de onverwachte kosten erbovenop.

De spelling er bovenop*, in twee opeenvolgende woorden, is in geen enkel geval correct.