Gedaan met laden. U bevindt zich op: ervandoor / ervan door / er van door* / er vandoor* Taaladviezen

ervandoor / ervan door / er van door* / er vandoor*

Ervandoor wordt aan elkaar geschreven in enkele vaste combinaties. In die combinaties vormt is ervandoor een voornaamwoordelijk bijwoord dat samen met het werkwoord een eenheid vormt met een specifieke betekenis.

  • ervandoor gaan, zijn, rennen (= vluchten, weg zijn, wegrennen: Ze ging ervandoor. Hij rende ervandoor.
  • met iemand ervandoor gaan, zijn (= een andere partner kiezen, met een andere partner samen zijn): De directeur is ervandoor gegaan met zijn secretaresse. De directrice is ervandoor met een leerkracht.

De delen van het voornaamwoordelijk bijwoord ervandoor zijn van elkaar gescheiden als er tussen er en vandoor een ander zinsdeel staat. De volgorde met de gesplitste vorm is vaak gebruikelijker dan die met de ongesplitste vorm. Soms is de ongesplitste vorm uitgesloten.

  • Ze ging er snel vandoor / snel ervandoor.

We schrijven ervan door in twee woorden als door deel uitmaakt van een afzonderlijk zinsdeel. Ervan is dan een voornaamwoordelijk bijwoord dat we kunnen vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel van en een naamwoord.

  • Zijn schuldgevoelens weerhouden hem ervan door het leven te gaan zonder haar. (= zijn schuldgevoelens weerhouden hem van iets, door hoort bij het leven)

De delen van het voornaamwoordelijk bijwoord ervan zijn van elkaar gescheiden als er tussen er en van een ander zinsdeel staat. De volgorde met de gesplitste vorm is vaak gebruikelijker dan die met de ongesplitste vorm. Soms is de ongesplitste vorm uitgesloten.

  • Zijn schuldgevoelens weerhouden hem er telkens van / telkens ervan door het leven te gaan zonder haar.

De spellingen er van door* , in drie opeenvolgende woorden, en er vandoor* , in twee opeenvolgende woorden, zijn in geen enkel geval correct.