Het voltooid deelwoord van het werkwoord slaan is in al zijn betekenissen geslagen. Geslaan* komt soms voor in gesproken taal in België, maar die vorm is geen standaardtaal.
- In het station is een jongen in elkaar geslagen voor zijn iPod.
- Tijdens de koopjes heb ik een goede slag geslagen.
Vervoeging:
- ik sla, jij slaat, wij slaan
- ik sloeg, wij sloegen
- ik heb geslagen
- een geslagen hond
Combinaties met slaan, zoals afslaan, gadeslaan, ontslaan en opslaan, worden op dezelfde manier vervoegd als slaan.
- Ik ben rechts afgeslagen, maar ik moest eigenlijk rechtdoor rijden.
- Hij heeft de gegevens opgeslagen op zijn USB-stick.