Helder en duidelijk zijn synoniemen in de betekenissen ‘gemakkelijk te begrijpen' en ‘goed waarneembaar, goed te onderscheiden'.
- De advocaat hield een helder / duidelijk pleidooi.
- De gevolgen voor de toekomst zijn nog niet helemaal helder / duidelijk.
- De buitenlandse correspondent heeft nog geen helder / duidelijk beeld van de toestand.
- De minister sprak zijn kabinetsmedewerkers met heldere / duidelijke stem toe.
Soms is er een klein betekenisverschil tussen helder en duidelijk: helder spreken betekent ‘spreken met zuivere, klare stem'; duidelijk spreken betekent ‘verstaanbaar spreken'.
- Lagereschoolkinderen presteren beter als ze opdrachten krijgen van een leraar met een heldere stem dan van een leraar met een hese stem.
- Als je duidelijk en rustig spreekt en oogcontact maakt, komt je boodschap beter over dan wanneer je binnensmonds spreekt en wegkijkt.