Naar inhoud
Vlaanderen
TeamTaaladvies.be
Zoeken
Contacteer ons
Navigatie>
Zoeken
contact
Zoeken
Stel uw taalvraag
Taaladviezen
Spellingregels
Tips voor klare taal
Spellingtests
Home
Taaladviezen
Woordgebruik
Het juiste voorzetsel
Het juiste voorzetsel
aangezien / gezien
aanvraag van / voor / tot / om
aanzien als / voor
achter / voor de lijn
achter de computer / voor de computer
ad / à
algemeen: in het algemeen / over het algemeen
allergisch aan / voor
als bijlage / in bijlage / in de bijlage
als gevolg / tot gevolg / ten gevolge / voor gevolg hebben*
analogie: naar analogie van / naar analogie met
baat hebben bij / baat hebben van / baat hebben met*
benoemen tot / benoemen
bestaan in / bestaan uit
bevoorraden met / van*
bezwijken aan / onder / van / voor
bij / aan
bijdragen tot / bijdragen aan
binnen / over
committeren, zich committeren aan (betekenis, synoniem)
communiceren naar / aan
denken aan / denken over / denken om / denken van
downloaden van / downloaden op / downloaden via
garantie voor / garantie op / garantie van
gebaat zijn bij / gebaat zijn met
gecharmeerd zijn door / van
gepaard gaan met / gepaard gaan aan*
gerust in / op / over
gespaard blijven van / voor
gevoelig voor / aan*
identiek aan / met
in / aan / tegen* dat tempo
in / onder de vorm van
in / op de bres
in / op de eerste plaats
in / op de kamer
in / op de school
in / op de trein
in / op het kantoor
in / op het stadhuis
in / op hoofdlijnen
in / op korte tijd
in / op voorraad
in navolging van / in navolging op
inbegrepen bij de prijs / inbegrepen in de prijs / begrepen in de prijs
inleiding bij / op / over / tot
inschrijven aan / inschrijven bij / inschrijven in / inschrijven voor / inschrijven als / inschrijven op
interesse in / interesse voor
kloklezen: na / over
lachen met / lachen om
met / mee
met / tegen / aan* 120 km/u
met / tegen / aan* die snelheid
met als gevolg / met tot gevolg
met pensioen / op pensioen
midden / te midden van / in het midden van
onder / in de arm nemen
op / aan het einde van de week
op / in (eilandnaam)
op / in de leeftijd van
op / met vakantie
op / onder / tegen deze voorwaarden
op afspraak / na afspraak / volgens afspraak
opkijken naar / tegen
over / rond
overmaken naar / overmaken aan / overmaken op
prijs: tegen / voor / aan
refereren aan / refereren naar
reflecteren over / reflecteren op
reppen van / over
richting … / naar …
risico van / op
scala aan / scala van
slagen voor / in een examen
solliciteren voor / solliciteren naar
soort / soort van
sturen aan / naar
te / in
tegemoetkomen aan / in
tegen de prijs van / voor de prijs van / aan de prijs van
tevreden over / met
tot / toe
tot / tot en met
twijfelen aan / twijfelen over
uit hoofde van / in hoofde van*
uiterlijk op / uiterlijk / uiterlijk tegen*
uitnodigen op / voor
van de week / deze week
van hout / in hout / uit hout
vanaf / sinds
vanaf / vanop / vanuit
verhogen naar / tot / met
verlagen naar / tot / met
vertellen: vertellen tegen / vertellen aan
voetlicht: voor het voetlicht / over het voetlicht
voorbehouden aan / voor
voorzetsel (taalkundige term)
vragen om / vragen naar / vragen achter*
waarschuwen voor / tegen
waken over / voor
weerstaan / weerstaan aan
werkzaam binnen / bij de overheid
zeggen aan / zeggen tegen
zich interesseren voor / aan*
Hebt u een taalvraag?
078 15 20 25
vragenformulier
zoek de spelling van woorden op
Woordenlijst.org
Nieuwsbrief krijgen?
vraag & woord van de week
wekelijks in uw mailbox
meer dan 13.000 abonnees
Schrijf u in op Taallink
Spellingtests
ontdek hoe goed u spelt
geen exotische kwesties
meteen feedback
Kies nu een spellingtest
Volg ons
Facebook
Twitter