We schrijven hiervoor aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord.

• Hij stond hiervoor toen het gebeurde. (= hij stond voor iets, bijvoorbeeld voor dit schommelpaard)
• Hiervoor heb ik twee jaar gespaard. (= voor iets heb ik twee jaar gespaard, bijvoorbeeld voor deze iPod)
• Hij komt hiervoor in aanmerking. (= hij komt in aanmerking voor iets, bijvoorbeeld voor deze beurs)

In andere gevallen schrijven we hier voor in twee woorden. Hier kan dan vervangen worden door ‘op deze plaats'.

• Wat sta je hier voor de spiegel te doen? (voor hoort bij de spiegel)
• Kijk hier voor meer informatie. (voor hoort bij meer informatie)
• Vijf dichters zullen hier voordragen uit eigen werk. (voor en dragen vormen samen het werkwoord voordragen)

De delen van het voornaamwoordelijk bijwoord hiervoor zijn ook van elkaar gescheiden als er tussen hier en voor een ander zinsdeel staat. Meestal is zowel de volgorde met de gesplitste vorm als die met de ongesplitste vorm mogelijk.

• Hij komt hier zeker voor / zeker hiervoor in aanmerking.