Tussen een hoofd- en bijzin wordt in gesproken taal in België soms dat als extra voegwoord toegevoegd. Dat is geen standaardtaal. In verzorgde spreek- en schrijftaal kunt u het overtollige dat beter weglaten.
- Weet jij nog hoe
datdie man heet? - Ze wist niet meer wie
datze gezien heeft. - Hij zoekt wel uit waar
datze te vinden zijn. - We zoeken uit wanneer
datde trein weer kan vertrekken. - Ik weet niet of
datdat wel oké is. - Het zijn altijd dezelfde mensen die
datdat beweren. - Het is een pan waarmee
datik vaak eenpansgerechten maak.