Gedaan met laden. U bevindt zich op: in / op de trein Taaladviezen

in / op de trein

Om aan te geven dat men een openbaar voertuig betreedt, is zowel in als op standaardtaal in het hele taalgebied.

  • in / op de bus stappen
  • in / op de tram springen

Om aan te geven dat men zich in zo’n openbaar voertuig bevindt, is het voorzetsel in standaardtaal in het hele taalgebied.

  • We zaten samen in het vliegtuig.
  • Er waren geen vrije zitplaatsen meer in de tram.
  • Je mag niet roken in de trein.

In België is het ook heel gewoon om dan op te gebruiken. Zulke combinaties met op zijn standaardtaal in België.

  • We zaten samen op het vliegtuig.
  • Er waren geen vrije zitplaatsen meer op de tram.
  • Je mag niet roken op de trein.