Gedaan met laden. U bevindt zich op: jumelage / stedenband / verbroedering / verzustering Taaladviezen

jumelage / stedenband / verbroedering / verzustering

De vriendschappelijke samenwerking tussen steden, gemeenten of instellingen (meestal uit verschillende landen) wordt in de standaardtaal in het hele taalgebied jumelage of stedenband genoemd. Jumelage is gebruikelijker in België en stedenband in Nederland. De daarbij horende werkwoorden zijn jumeleren en een stedenband (aangaan, hebben).

  • In Maasmechelen is het tienjarig bestaan van de jumelage / stedenband met het Sloveense Skofja Loka gevierd.
  • De gemeente wil jumeleren / een stedenband aangaan met een Roemeens dorp.

In de standaardtaal in België wordt in die betekenis ook het zelfstandig naamwoord verzustering gebruikt. Het daarbij horende werkwoord is verzusteren.

  • Het gemeentebestuur van Rotselaar ondertekende in 1987 de officiële verzustering met Bad Gandersheim.
  • Eeklo is verzusterd met vier steden.

Twee steden of gemeenten die een vriendschappelijke relatie aangaan noemt men in de standaardtaal in het hele taalgebied partnersteden, partnergemeenten, zustersteden of zustergemeenten.

De woorden verbroederen of verbroedering worden meestal in een wat andere betekenis gebruikt: ‘eensgezind maken', ‘als broeders met elkaar verenigen', ‘op vriendschappelijke wijze met elkaar verzoenen'. Vaak worden verbroedering en verbroederen bijvoorbeeld in de context van sportwedstrijden gebruikt.

  • Elk jaar wordt een verbroedering van alle wielertoeristenclubs van Knokke-Heist georganiseerd.
  • Voor de wedstrijd verbroederden de fans van Club Brugge met hun collega's van Feyenoord.