Als naam van de sprookjesfiguur uit de kersttraditie krijgt Kerstman een hoofdletter. De aanduiding functioneert dan als een eigennaam: ze benoemt een unieke persoon.

• Geloven jouw kinderen in Sinterklaas of in de Kerstman?

Als het gaat om een persoon die de rol van Kerstman speelt, wordt kerstman met een kleine letter geschreven. De schrijfwijze met kleine letter is ook correct als het gaat om een voorwerp, bijvoorbeeld eetwaar of versiering, in de vorm van de Kerstman. In beide gevallen functioneert de benaming als een soortnaam.

• Hun zoontje raakte in de war door de vele kerstmannen die ze op straat tegenkwamen.
• Ik heb drie marsepeinen kerstmannen opgegeten.

Soms is zowel een hoofdletter als een kleine letter verdedigbaar, omdat zowel de interpretatie als eigennaam als de interpretatie als soortnaam mogelijk is.

• Ik heb een mooi Kerstmanpak / kerstmanpak gezien.