Gedaan met laden. U bevindt zich op: Klinkers - 2. Gebruik van accenten (accenttekens, uitspraaktekens, klemtoontekens) Klinkers

Klinkers - 2. Gebruik van accenten (accenttekens, uitspraaktekens, klemtoontekens)

Accenttekens zijn de extra tekens die op klinkers worden geschreven om de uitspraak of klemtoon aan te geven.

De uitspraaktekens zijn het accent aigu (´), het accent grave (`) en het accent circonflexe (ˆ). Uitspraaktekens worden voornamelijk op de klinker e geschreven in woorden van Franse oorsprong, maar soms ook in Nederlandse woorden om de juiste uitspraak aan te geven.

Het klemtoonteken is het accent aigu (´). Een klemtoonteken geeft aan dat een woord met een sterke nadruk moet worden uitgesproken.

Regel 1 - Uitspraaktekens

Schrijf in Franse leenwoorden alleen uitspraaktekens als ze nodig zijn voor de uitspraak in het Nederlands.

Het uitspraakteken blijft ook staan op het Franse voorzetsel à.

Voorbeelden

zonder uitspraakteken
assemblee, bohemien, condoleance, controle, dedain, depot, diner, hotel, invitee (vr.), matinee, prostituee (vr.), ragout

met uitspraakteken

  • é, è en ê: ampère, café, comité, crêpe, enquête, etagère, defilé, invité (m.), première, procedé, prostitué (m.), saté, scène, tête-à-tête

  • à: twee à drie, à propos, à volonté

Regel 1.1

UITZONDERING: Behoud alle uitspraaktekens in woorden en woordgroepen die nog echt als Frans worden aangevoeld.

Als zulke woorden en woordgroepen volgens de Franse spellingregels een facultatief accent circonflexe op een i of een u hebben, behouden we dat accent circonflexe in het Nederlands.

Voorbeelden
  • é en à: belle époque, dégénéré (m.)/dégénérée (vr.), déjà vu, délégué (m.)/déléguée (vr.), spécialité
  • î en û: boîte, coûte que coûte, crème brûlée, crème fraîche, croûte, flûte, fraîcheur, gîte, goûter, maître, maître d’hôtel, maîtresse, s’il vous plaît

Regel 2

Behoud in Franse woorden een uitspraakteken op een hoofdletter als dat technisch mogelijk is.

Voorbeelden

- À propos, je tante vroeg of ik je oude racket wilde meenemen.
- Paul Éluard is het pseudoniem van Eugène Émile Paul Grindel.

Regel 3

Schrijf in een beperkt aantal Nederlandse woorden een uitspraakteken op de e om de juiste uitspraak aan te geven.

Het uitspraakteken ´ op de e staat voor /ee/; het uitspraakteken ` op de e staat voor /è/ zoals in crème.

Voorbeelden
  • é:
  • è: , bèta, blèren, blèten

Regel 4

Schrijf in het telwoord een uitspraaktekens als het in een gegeven context ook als lidwoord gelezen kan worden.

Schrijf alleen uitspraaktekens als ze nodig zijn om een verkeerde lezing te voorkomen.

Voorbeelden

met uitspraaktekens
- Hij heeft nog één rekening te betalen. (naast: Hij heeft nog een rekening te betalen.)
- Hij heeft zich aan meer dan één overtreding schuldig gemaakt. (naast: Hij heeft zich aan meer dan een overtreding schuldig gemaakt, het is een misdrijf.)

zonder uitspraaktekens
een en ander, eenentwintig, eengezinswoning, eenmaal, eenmeifeest, een of meer, een-op-eenrelatie, een van de beste films

Regel 5 - Klemtoontekens

Gebruik het klemtoonteken (´) op klinkertekens om een woord of woorddeel sterk te benadrukken.

Schrijf klemtoontekens op de eerste twee letters als u een klinker of tweeklank met twee of meer letters wilt beklemtonen. Bij de ij vervalt het klemtoonteken meestal op de j door technische beperkingen.

Voorbeelden

- Dat is dé oplossing.
- ‘Dóén’, zou ik zeggen.
- Niet úítdoen, áándoen!
- Het was er íjskoud!
- Die dikke witte laag, dat was geen snééuw, maar hágel!

Regel 6

Gebruik het klemtoonteken (´) op klinkertekens om een woord in een bepaalde context met de juiste klemtoon te lezen.

Schrijf alleen klemtoontekens als ze nodig zijn om een verkeerde lezing te voorkomen.

Voorbeelden

- We zullen met deze machine nooit méér adressen kunnen afdrukken. (naast: We zullen met deze machine nooit meer adressen kunnen afdrukken.)
- Er ligt een boek vóór jou. (naast: Er ligt een boek voor jou.)
- Ik schreef dat pleidooi vóór de verkiezingen. (naast: Ik schreef dat pleidooi voor de verkiezingen.)

Regel 7

Schrijf geen klemtoonteken op een hoofdletter.

Voorbeeld

Iédereen is aanwezig.