Keer en maal zijn synoniemen. Formuleringen met keer zijn het gebruikelijkst in gesproken taal. Maal is een formeler woord, dat vooral in geschreven taal voorkomt.
- U kunt drie keer / driemaal deelnemen aan de wedstrijd.
- Tot tien keer / tienmaal toe heb ik geprobeerd hem te bellen.
Ook in combinatie met een aanwijzend voornaamwoord is keer gebruikelijker dan maal. Formuleringen met ditmaal, deze maal, deze/die eerste maal zijn ook formeler.
- U kon dit keer / deze keer / die (eerste) keer niet deelnemen aan de wedstrijd.