Gedaan met laden. U bevindt zich op: me / mezelf Taaladviezen

me / mezelf

Werkwoorden die alleen wederkerend gebruikt kunnen worden, zoals zich bemoeien, zich gedragen, zich inbeelden, zich schamen en zich vergissen, krijgen in de eerste persoon enkelvoud gewoonlijk me of mij bij zich. Me is de gewone vorm; mij legt extra klemtoon. Uitzonderingen zijn tot zichzelf komen, op zichzelf wonen, buiten zichzelf zijn/raken en zichzelf zijn. Die combinaties krijgen mezelf of mijzelf bij zich. Mezelf is de gewone vorm; mijzelf legt extra klemtoon.

  • Ik schaam me (mij) dat ik het je niet eerder verteld heb.
  • Erik beweerde dat ik me (mij) vergist had.
  • Ik ben bang om op mezelf (mijzelf) te gaan wonen.
  • Sinds het ongeval ben ik mezelf (mijzelf) niet meer.

Ook bij werkwoorden die zowel wederkerend als niet-wederkerend gebruikt kunnen worden, zoals wassen, scheren, aankleden, bezeren, en verwonden, wordt meestal me of mij gebruikt. Als het wederkerend voornaamwoord beklemtoond is, wordt mezelf of mijzelf gebruikt.

  • Eerst heb ik me (mij) gewassen en geschoren, daarna heb ik me aangekleed.
  • Toen we de oude pleisterlaag wilden verwijderen, heb ik me (mij) bezeerd.
  • Ik heb eerst mezelf (mijzelf) gewassen en aangekleed, daarna pas mijn zusje.
  • Ik heb niet hem, maar mezelf (mijzelf) verwond tijdens de wedstrijd!

Bij andere werkwoorden is er meestal een sterke voorkeur voor mezelf of mijzelf, maar in enkele gevallen is daarnaast ook me of mij mogelijk.

  • Het was niet de bedoeling om mezelf (mijzelf) te bevoordelen.
  • Ik heb mezelf (mijzelf) iets wijsgemaakt.
  • Ik zie mezelf (mijzelf) / me (mij) nog niet naar de rechtbank stappen!
  • Ik acht mezelf (mijzelf) / me (mij) daar niet toe in staat.

Na voorzetsels wordt gewoonlijk mezelf of mijzelf gebruikt. Als het voorzetsel een plaatsaanduidende functie heeft, wordt me of mij gebruikt.

  • Dat heb ik aan mezelf (mijzelf) te wijten.
  • Ik hou mijn mening liever voor mezelf (mijzelf).
  • Ik zie het al voor me (mij)!
  • Plots stond er een beer naast me (mij).