Gedaan met laden. U bevindt zich op: minister (aanspreektitel) Taaladviezen

minister (aanspreektitel)

Om ministers mondeling in hun functie aan te spreken, gebruikt u minister, eventueel voorafgegaan door de aanspreektitel meneer de of mevrouw de, als u weet dat de persoon in kwestie op die manier aangesproken wil worden.

  • Goedemorgen, minister
  • Goedemiddag, meneer de minister
  • Goedenavond, mevrouw de minister

In de aanhef van een brief of e-mail kunt u Geachte + minister schrijven, of Mijnheer/mevrouw de + minister. In de plaats van mijnheer is ook meneer mogelijk.

  • Geachte minister,
  • Mevrouw de minister-president,
  • Mijnheer of meneer de minister,

Functiebenamingen worden met een kleine letter geschreven. Om bijzonder respect uit te drukken, worden functiebenamingen in een briefaanhef soms nog met hoofdletters geschreven, maar dat is niet aan te bevelen.

  • Geachte minister,
  • Mevrouw de minister-president,
  • Mijnheer de minister,

In de adressering van een brief kan de naam van een minister voorafgegaan worden door De heer of Mevrouw. De functiebenaming van een minister staat op een aparte regel onder de naam, met een beginhoofdletter.

  • De heer Jan Jambon
    Minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, ICT en Facilitair Management
  • Mevrouw Lydia Peeters
    Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken