Gedaan met laden. U bevindt zich op: net / juist Taaladviezen

net / juist

Juist wordt in het hele taalgebied gebruikt in de betekenis ‘anders dan men zou denken', ‘integendeel'. In de standaardtaal in België wordt in die context ook net gebruikt.

  • Ik ben niet bang van verandering; ik zie dat juist / net als een uitdaging.

In tijdsbepalingen zijn net en juist allebei gangbaar, zowel in België als in Nederland. De betekenis is dan ‘juist op dat ogenblik' of ‘kortgeleden, pas, zojuist'.

  • De trein rijdt juist / net het station uit.

Juist en net kunnen beide ook ‘nauwkeurig, precies' betekenen. In die betekenis komt juist vaker voor in België dan in Nederland, en dan vooral in informele taal. In Nederland wordt vaak precies gebruikt.

  • Ik heb net / juist / precies genoeg gestudeerd om een voldoende te halen.