Vervoeging:
- ik olie, jij oliet, wij oliën
bij inversie: dan olie ik, dan oliet je broer, dan oliet hij
bij inversie met jij/je als onderwerp: dan olie jij, dan olie je - ik oliede, wij olieden
- ik heb geolied
- de geoliede vloer
- oliënd
In olie wordt de [ie]-klank als ie geschreven, omdat die in een open lettergreep aan het eind van het woord staat. Vóór de werkwoordsuitgangen -t, -de(n) en -d wordt de ie van het grondwoord olie behouden: oliet, oliede(n), geolied. In de vormen waarin er een e op de [ie]-klank volgt, wordt niet ieë maar ië geschreven, omdat de hoofdklemtoon niet op de [ie] maar op de lettergreep ervoor ligt: oliën, oliënd.