Gedaan met laden. U bevindt zich op: pianospelen / piano spelen Taaladviezen

pianospelen / piano spelen

Volgens de Woordenlijst wordt pianospelen aaneengeschreven, maar ook piano spelen is correct.

  • Mijn zoon wil graag leren pianospelen.
  • Hij zei me dat hij graag pianospeelt.

Als een werkwoord als pianospelen gecombineerd wordt met een niet-aaneengeschreven vorm als gitaar spelen, kunnen we er voor de eenvormigheid voor kiezen om het niet aaneen te schrijven.

  • Ik heb gehoord dat hij gitaar en piano speelt.

Bij een samentrekking van twee werkwoorden die normaal gezien aaneengeschreven worden, zoals pianospelen en vioolspelen, heeft de spelling in twee woorden de voorkeur.

  • Ik heb gehoord dat hij piano en viool speelt. (in plaats van piano- en vioolspeelt)

Ook bij een ontkenning met geen kan piano spelen het best in twee woorden geschreven worden. Met geen ontkennen we een zelfstandig naamwoord (piano). Een werkwoord (pianospelen) wordt ontkend met niet.

  • Ik heb gehoord hij geen piano wil spelen.
  • Ik heb gehoord dat hij niet wil pianospelen.

Er zijn geen sluitende regels voor het al dan niet aaneenschrijven van combinaties met werkwoorden. Het is het veiligst om voor elk geval apart de Woordenlijst te raadplegen. Zo worden kaartspelen, pianospelen, schaakspelen, toneelspelen en vioolspelen aan elkaar geschreven en blokfluit spelen, cello spelen en gitaar spelen niet.

Vervoeging:

  • ik speel piano, jij speelt piano, wij spelen piano, dat ik pianospeel
  • ik speelde piano, wij speelden piano, dat ik pianospeelde
  • ik heb pianogespeeld