ridder (aanspreektitel, hoofdletter)
Om een ridder aan te spreken, gebruiken we meestal de gewone aanspreekvorm meneer.
- Goedemorgen, meneer
In protocollaire of erg plechtige situaties kunnen we in de aanspreekvorm ook de adellijke titel gebruiken.
- Mijnheer de ridder
Die formules schrijven we ook in de aanhef van een brief. De titel ridder wordt met een kleine letter geschreven. Buiten protocollaire situaties is ook de gewone briefaanhef Geachte heer mogelijk. In brieven komen soms ook specifieke beleefdheidsformules voor, maar die zijn nog maar weinig gebruikelijk. Voor een ridder luidt die formule Hoogwelgeboren heer ridder.
Bij brieven aan adellijke personen schrijven we in het adres de volledige naam na de titel. De titel krijgt dan een hoofdletter omdat die het eerste woord van de regel is.
- Ridder Paul Blanckaert
In erg formele brieven wordt naast de titel soms ook nog een beleefdheidsformule vermeld. De titel komt dan achter de voornaam en krijgt een hoofdletter.
De hoogwelgeboren heer Paul Ridder Blanckaert
Of de adellijke titel door erfrecht overgedragen is of tijdens het leven verworven is, maakt voor de aanspreking, aanhef en adressering geen verschil.
Lees ook
De onderstaande teksten worden momenteel ook aangepast, met het oog op genderbewust taalgebruik.