Zowel dat soort probleem als dat soort problemen is correct. De constructie met de meervoudsvorm is het gebruikelijkst.

Na dat soort, dit soort of zulk soort kunnen telbare zelfstandige naamwoorden zoals probleem zowel in het enkelvoud als het meervoud voorkomen. Gewoonlijk wordt het meervoud gebruikt: dat soort problemen, dit soort problemen, zulk soort problemen. De betekenis is dan ‘soortgelijke problemen', ‘dergelijke problemen' of ‘zulke problemen'.

• Voor kinderen die geen agressieproblemen hebben, zijn gewelddadige games minder schadelijk dan voor kinderen die wel dat soort problemen hebben.

Alleen als duidelijk verwezen wordt naar iets wat al in de context genoemd is, bijvoorbeeld een welbepaald probleem, ligt een enkelvoudig zelfstandig naamwoord meer voor de hand: dat soort probleem. De betekenis is dan ‘een soortgelijk probleem', ‘een dergelijk probleem' of ‘zo'n probleem'.

• De oogarts ziet in zijn gespecialiseerde kliniek regelmatig patiënten met een hoornvlieszweer. Dat soort probleem treedt vaker op bij mensen die hun lenzen ’s nachts niet uitdoen.

Ook bij het soort kunnen telbare zelfstandige naamwoorden die erop volgen zowel in het enkelvoud als in het meervoud staan. Het meervoud komt ook het meeste voor, maar een enkelvoud is in dit geval gebruikelijker dan na dat soort of dit soort.

• Het soort boeken waar ik het meest van hou, zijn boeken met een interessant verhaal.
• Dat is precies het soort boek waar ik naar op zoek ben.

Als soort zelf in het meervoud staat, kan er alleen een meervoudig zelfstandig naamwoord op volgen.

• Er zijn twee soorten problemen: de oplosbare en de onoplosbare.
• In de bibliotheek zijn er veel soorten boeken te vinden.