Gedaan met laden. U bevindt zich op: Voornaamwoordelijke bijwoorden (splitsen) Taaladviezen

Voornaamwoordelijke bijwoorden (splitsen)

Voornaamwoordelijke bijwoorden, zoals eraan, erop, daaraan, hierop en waarover, kunnen meestal door andere elementen in de zin van elkaar gescheiden worden.

Bij voornaamwoordelijke bijwoorden die samengesteld zijn met het onbeklemtoonde er, is de tendens tot splitsing heel algemeen. De gesplitste vorm is meestal gebruikelijker dan de ongesplitste.

  • Hij heeft er niet aan / niet eraan gedacht.
  • Zij heeft er niet op / niet erop gelet.
  • Ik wil je er ook op / je ook erop wijzen dat de procedure erg lang kan duren.
  • Dat is het boek waarover ik het / waar ik het over had.

Bij sommige woordvolgordes is de ongesplitste vorm met het onbeklemtoonde er uitgesloten, bijvoorbeeld Hij heeft eraan niet gedacht*. Bij beklemtoonde bijwoorden zoals daar en hier zijn meestal alle volgordes mogelijk.

  • Hij heeft daar niet aan / niet daaraan / daaraan niet gedacht.
  • Zij heeft hier niet op / niet hierop / hierop niet gelet.