Gedaan met laden. U bevindt zich op: betreuren: ik betreur het / het betreurt mij* Taaladviezen

betreuren: ik betreur het / het betreurt mij*

Het werkwoord betreuren heeft de betekenissen ‘jammer vinden', ‘spijt hebben over', ‘bedroefd zijn over'. Het is overgankelijk. Dat betekent dat het een lijdend voorwerp bij zich krijgt.

  • Ik betreur de grote verdeeldheid binnen het bestuur.
  • Ik betreur dat het bestuur erg verdeeld is.

Het werkwoord betreuren wordt niet gecombineerd met een indirect object (zoals in het spijt mij). Het betreurt mij* en het betreurt ons* zijn dus niet correct.

Vervoeging:

  • ik betreur, jij betreurt, hij betreurt, wij betreuren
  • ik betreurde, wij betreurden
  • ik heb betreurd
  • de betreurde beslissing