Het werkwoord bevoorraden wordt in de standaardtaal gecombineerd met het voorzetsel met.
- De brandweer werd gisteren opgetrommeld om het ziekenhuis te bevoorraden met water.
Bevoorraden van*, bevoorraden in* en bevoorraden voor* worden soms gebruikt in Belgiƫ, maar die combinaties zijn geen standaardtaal.